De Ridderkerkse Meidenmarkt: Ringdijk, Lagendijk, Kerkweg. En terug!
Elma Verkaik: "De meisjes liepen rustig heen en weer. Meestal niet alleen, maar met een vriendin of in een groepje. Dat geeft zekerheid in emotioneel moeilijke tijden. Het gesprek zal wel gegaan zijn over kleding, lippenstift en verdere opmaak. Natuurlijk hield je wel die leuke jongen goed in de gaten die ook al eens stiekem naar je gekeken had". Wim Verkaik: "De jongens stonden in de tijd dat er nog geen APV was, vaak met elkaar een beetje onverschillig tegen een hek geleund. Die kletsten vast over de laatste wedstrijd van RVVH maar hielden natuurlijk tegelijkertijd wel het leuke meisje dat steeds weer voorbijkwam in het vizier".
Dan was het moment daar om contact te maken. Maar hoe?
Elma Verkaik: "Dat durfde een meisje vaak niet zelf. Maar de vriendin die meeliep was wel zo goed dat de uitverkoren jongen in zijn oor te fluisteren". Wim Verkaik: "Jongens die lef hadden stapten zelf op een meisje af met de vraag: 'Kan ik verkering met je krijgen?' Of: 'Mag ik je dadelijk naar huis brengen?' Of er werd wat geduwd en gestoeid waarbij het lichamelijke contact met het meisje van je dromen beslist niet de bedoeling had haar te kwetsen". '
Henk van Öoijen liep er ook samen met Leen van der Linden, zijn latere zwager. Maar dat wist hij toen nog niet. Toen hij Henny de Wit zag lopen met haar beste vriendin, trok hij de stoute schoenen aan en vroeg of hij haar naar huis mocht brengen. Dat mocht. Dat huis kende hij goed. Want moeder de Wit was een van zijn klanten als hij met zijn Pottenkar langs de huizen aan de Mauritsweg ging. Kees verweet hem later lachend dat hij hem maar mooi had 'laten barsten' en toen Henny's vriendin die zich ook plotseling verlaten voelde, bij moeder de Wit langs ging vroeg moeder: "Hé, waar is Henny?" "Die is met Henk van Öoijen mee". Moeder: "O, dan is het goed".
Waar de ontstane spontane contacten eindigden is onbekend. Maar de tunneltjes bij de Rijksweg die nu verdwenen zijn, waren best lekker donker. Henny van Öoijen: "Ik belandde met mijn vriendin ook eens daar in dat tunneltje. We hadden leuke jongens ontmoet. Maar toen mijn vriend zijn vingers naar lagere regionen wilden afdalen was het genoeg. Wist ik veel? Voorlichting kreeg je toen niet. Ik wist niet hoe snel ik thuis moest komen, naar mijn moeder".
Tegen het talud van de Rijksweg 15 kon je in elk geval lekker liggen zonnen. Maar je lag er wel soms met zijn dertigen, vertelt Herman van Hal. Henk van Ooijen heeft plezierige herinneringen aan muziek die op de helling ten gehore werd gebracht: "Soms speelde meneer Pijl daar op zijn mondharmonica, gratis en voor niks. Reuze gezellig was dat".
Brommertijd.
Later in de jaren zestig, in de nozemtijd, hadden de jongens vaak een brommer. Vooral de Puch was geliefd. Knallen met een bewerkte uitlaat en snel optrekken, indruk maken - het hoorde er allemaal bij. Misschien wilde het meisje van je dromen wel achterop een ritje maken. Wie weet hoe dat positief kon eindigen?
En ook toen waren er problemen met die opgeschoten jeugd. De herrie en overlast konden agent Leeuwis woedend maken. Met zijn motorfiets reed hij dan intimiderend door de brutale jeugd heen. In de Ridder-kerkse raad werden ferme woorden gesproken. Een raadslid meende zelfs dat het zootje ongeregeld maar 'opgeruimd' moest worden.
In 1959 toen Henk en Henny van Ooijen trouwden, was er nog wel een meidenmarkt herinnert Henny zich. Henk van Ooijen: "Maar na 1965 zal die wel vanzelf uitgestorven zijn. Veel winkels en woningen langs de meidenmarktroute zijn in de jaren erna afgebroken en in die tijd kon je ook gemakkelijker weg, Ridderkerk uit". Herman van Hal is het daarmee eens: "Maar bovendien kwam er tv in de jaren vijftig. Op zaterdagavond waren er vaak interessante uitzendingen, shows. Dat zal ook van invloed zijn geweest op de teruggang".
Hoe dan ook, de meidenmarkt verloor langzamerhand zijn bestaansrecht. Feit is wel dat er heel wat huwelijken uit dit spel van vraag en aanbod op de Ridderkerkse vrijersmarkt zijn voortgekomen. Alle geïnterviewden zijn het daarover eens. Ik zou wel eens willen weten hoeveel.
Dick de Winter.