Scheepswerf Boele.
In het begin van de negentiende eeuw was het hoofdmiddel van bestaan de vlasserij met daarnaast de landbouw en wat veeteelt. De industrie, die toen nog niet veel te betekenen had, bestond uit de werf van Gebroeders Pot te Bolnes (sedert 1813), de werf Smit Fopzn. te Slikkerveer (sedert 1835), de werf Boele's Scheepswerven en Machinefabriek te Bolnes, opgericht te Slikkerveer in 1854 en verplaatst naar Bolnes in 1898 en de werf van de Groot en Van Vliet (sedert 1910) te Slikkerveer.
De scheepsbouwindustrie trok ook veel toeleveringsbedrijven zoals sloepenwerf, metaalgieterijen, machinefabrieken, elektrotechnische bedrijven, klinknagelfabriek, modelmakerij, smederij enz.
De scheepsbouwindustrie met toeleveringsbedrijven was een belangrijke vorm van bestaan voor de bevolking van Ridderkerk.
Tot in de tweede helft van de twintigste eeuw vonden enige duizenden bewoners van Ridderkerk en omgeving werk in deze bedrijfstak, die bestond uit nieuwbouw en reparatie van schepen. Nieuwbouw en reparatie van aanvankelijk houten schepen met windvoortstuwing, later door middel van stoommachines de eerste geklonken ijzeren, later gelaste stalen, schepen met motoren en allerlei elektronica.
Door hevige concurrentie van de z.g. goedkopere landen als Japan, Korea en Singapore kwam de Nederlandse scheepsbouw en ook de Ridderkerkse in ernstige problemen en zo kwam er in de tachtiger jaren van de twintigste eeuw door faillissementen een einde aan de Ridderkerkse scheepsbouwindustrie. Vrijwel al deze bedrijven langs de dijk zijn verdwenen. Waar eens duizenden Ridderkerkers hun boterham verdienden, verrijzen thans de woningen.