De Noldijk in de tijd dat er ook nog een tram over reed.
De Noldijk vangt aan bij de kromming van de Rijksstraatweg in een buurtschap die nog in een vrij recent verleden met de naam Wevershoek werd aangeduid. Tegenwoordig gebruikt men die naam echter niet meer en spreekt men liever over het Zwaantje of De Zwaan.
De Noldijk in de tijd dat er ook nog een tram over reed.
Het zal de meesten overigens verbazen als ze horen dat de dijk hier ter plaatse even hoog is als de rivierdijk te Slikkerveer/Bolnes, voor de laatste ophoging. Van 1904 tot 1941 lag langs de noordzijde van dit stuk Noldijk, waar nu een suggestie fietspad ligt naast de haagafscheiding de smalspoorbaan van de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij. Het stoomtrammetje pendelde tussen Zwijndrecht en Barendrecht; het passeerde de afrit naar de Gebroken Meeldijk met een halte in de directe nabijheid en dook daarna de Ziedewijpolder in op een eigen spoorbaan. Bij de verklaring van de naam Meeldijk wordt door velen verband gelegd met meelfabrieken, maalderijen, meelbedrijven, molens e.d. maar daarmee heeft de naam juist helemaal niets van doen. Hij is ontstaan als samentrekking uit de oude, benaming Middeldijk, een verschijnsel dat we elders ook wel ontmoet hebben. Het adjectief Gebroken in de naam van de dijk wordt gezegd te verwijzen naar de inbraak van 2 februari 1373.Alleen de eerste huizen van deze Gebroken Meel(=Middel)dijk behoren nog tot de gemeente Ridderkerk. De rest Barendrecht. Voorbij dit punt loopt de Noldijk na een haakse bocht zuidwaarts naar Heerjansdam. Aan de rechterkant en volledig in het dijkslichaam opgenomen kunt U op vele plaatsen stukken bespeuren van een stenen muur, zelfs tot in de eigenlijke Heerjansdam, maar zover strekte onze tocht zich niet uit. De stenen hebben gediend om de dijk te versterken in een periode dat de thans door hem beveiligde polder Ziedewij nog niet bestond, d.w.z. voor het jaar 1496. Bij de reeks overstromingen en stormvloeden van 1373/74 was immers het gehele gebied tussen Dordt en Vlaardingen ten onder gegaan. Hertog Aibrecht gebood op 1 januari 1375 dat, gezien de onmogelijkheid om al het verloren gegane gebied te herdijken. aller inspanning geconcentreerd diende te worden op een klein deel, i.c. de Zwijndrechtse Waard, waaraan ook de bewoners van Riede (Ridderkerk, Barendrecht, enz.) hadden mee te doen. De nu zo geheten Noldijk werd toen zeewering en de buitenkant er van, d.w.z. de naar Barendrecht gekeerde zijde, werd direct of kort daarna met een stenen muur versterkt. Blijkens de uiteenlopende en door elkaar heen gebruikte formaten zullen de stenen ook ten dele afkomstig zijn van ingestorte of gesloopte bouwsels. Aan de instandhouding van deze muurdijk werd door alle ambachten in de Zwijndrechtse waard bijgedragen naar rato van 2.1/6 voet per morgen land, wat uitkomt op een totale lengte van ca. 2 km.
Deze toelichting op de Noldijk en Gebroken Meeldijk werd in 1983 geshreven door de bekende Ridderkerkse historicus Jan van der Es {1910-1993).