De Duitsers in Rijsoord tijdens de eerste dagen van de oorlog.
Als je zoals ik in 1933 geboren bent, ervaar je het uitbreken van een oorlog niet als bedreigend voor je bestaan. Wat weet je als jongetje van 6 jaar van gevaren die er zijn? Ik weet van vliegtuigen die laag over kwamen en vaag dat ze boven Rotterdam dingen eruit gooiden. Bleek later dat het parachutisten waren.
Wij woonden met ons gezin aan de Pruimendijk in een betrekkelijk klein huisje met acht personen, vader moeder en zes kinderen. Aan het begin van oorlog, ik denk ongeveer 14 mei, was er 's nachts een hoop lawaai van vliegtuigen. Er vielen brandbommen. Ook ons huis werd getroffen, een brandbom viel dwars door het dak en lag te branden in de woonkeuken. Dat was de enige weg waardoor wij naar buiten konden. Voor de ramen in de woonkamer lag ook een brandbom te branden zodat ook die weg geblokkeerd was. De enige weg orn te vluchten was door een klein kelderraampje. Wij, kinderen, konden daar gemakkelijk doorheen maar voor mijn moeder was dat een ramp. Bont en blauw is ze er doorheen gekomen. Mijn oudste broer en een buurman hebben de brandbom in de woonkeuken geblust. De schade viel mee: dak, plafond en vloer waren beschadigd. De koekkeroeduif was dood.
Mijn vader was naar zijn moeder in Gelderland, op de fiets zonder versnelling. Dat was 70 kilometer heen en weer terug. Wij vonden onderdak aan de overkant bij opoe Kee en haar zoon Leen van Gameren. Een huisje met twee bedsteden en een zoldertje. De andere dag zijn we geƫvacueerd naar de Waaldijk, bij de familie Hogeboom. Als kind een hele belevenis.
Een ander leven.
Al snel kwamen Duitse soldaten ons dorp binnen en vol ontzag keek je er naar. Ze spraken een taal die je niet verstond en er gebeurden onbegrijpelijke dingen. Ze vorderen huizen en schuren en spraken zeer luid, om niet te zeggen dat ze schreeuwden en als ze marcheerden klonken hun schoenen met ijzers boven alles uit. Later in de tijd werd het allemaal wat grimmiger, veel dingen waren niet meer te koop en ook mocht je lang niet alles meer. Radio's en koper moest je inleveren. Mijn oudste broer ging met een en ander richting inleverpunt, maar bij de Rijsoordse brug gooide hij het toch maar in de Waal.
Handig als mijn vader en broer waren bouwden ze een machientje om tabak te snijden. In de schuur zetten ze een fiets zonder voorwiel aan een paal vast met de ketting aan het machientje gekoppeld. Zo konden ze de tabak gemakkelijk snijden. Daarna moest het gedroogd. Heel veel mensen hebben daarvan geprofiteerd. Ook maakten ze een machientje om lijnolie uit zaadbollen te persen. Dat werd dan weer gebruikt voor drijvertjes om licht te hebben,
Herman van Hal.
Vervolg De oorlog van 1940-1945 deel 2.