De veertien huizen tussen café Wesbroek en het schaftlokaal van Pot.
Op de hierboven staande foto ziet u een stuk van de Ringdijk zoals die was vóór de dijkverzwaring. Veel oudere Bolnessenaren hebben er herinneringen aan. Zo ook de bewoners van de "veertienhuizen", een woonblok dat ingeklemd stond tussen café Wesbroek en het schaftlokaal van Pot. Zeven huizen hadden de voordeur aan de Ringdijk en de andere zeven huizen aan de Benedenrij wegzijde.
Deze huizen stonden dus rug aan rug en werden bewoond door vaak kinderrijke gezinnen, waarbij een stuk of twaalf kinderen geen uitzondering was. Omstreeks 1938 heeft men van de veertien huizen negen woningen gemaakt. Aan de Benedenrijwegzijde had elk huis toen, op het linkse na, twee deuren: een toegangsdeur en een schuurdeur.
Tijdens het ophalen van herinneringen aan die tijd werd door oud-bewoners uitgelegd waar al die kinderen sliepen. Er waren in die huizen toch wel drie slaapkamers. De kleinsten sliepen bij vader en moeder op de kamer en in de andere slaapkamers stonden 2 tweepersoonsbedden en je kon makkelijk met z'n drieën in één bed! Je moest wel tegelijk omdraaien en als er per ongeluk iemand in z'n bed plaste had dat ook vochtige gevolgen voor de andere twee!
Prachtig uitzicht.
Toch hebben de meeste mensen die opgroeiden in de "veertien huizen" fijne herinneringen aan die tijd. De armoe die er was, eerwaarde je niet als zodanig, want dat was bij iedereen ongeveer hetzelfde. Zo werden leuke herinneringen opgehaald aan het zwerven in de polder. En je had vanuit de veertien huizen een prachtig uitzicht over de polders en bij helder weer kon je zelfs de Barendrechtse brug zien. Er werd regelmatig een appeltje gepikt uit de boomgaard van boer Pons en die smaakten buitengewoon lekker. Een fiets had niet iedereen in die tijd en als je 's zondags naar Feyenoord ging, moest je gewoon heen en terug lopen. Het ging daar in die tijd soms ook wel rauw toe. Vooral zaterdagavond werd er flink gedronken en dat mondde soms uit in stevige vechtpartijen.
Leveranciers.
Moeiteloos wordt het hele rijtje bewoners opgenoemd, compleet met bijnamen. Van den Berg, Moog, Zondervan, Schouten, Klootwijk, Hogendoorn, Smits en Roos. Veel klinkende Ridderkerkse namen. Op mooie zomerse dagen werd er gezwommen aan de overkant van de rivier, waar op "De Zaag" mooie strandjes waren. Opa Roos, die ook aan de Ringdijkzijde woonde, roeide voor een paar centen, soms wel 20 kinderen in zijn roeiboot naar de overkant. Een pezig mannetje dat verstand had van de stromingen in de rivier en gebruik maakte van de getijden. Ook over de leveranciers langs de deur komen mooie verhalen los. Zo verkocht Aai de Pauw, de olieboer uit Ambacht, wat bijproducten zoals snoepgoed en gevulde koeken. Bij Lies de Ouden, de melkboer van het Laantje met de paardenwagen, kocht je, net als bij de andere leveranciers, op de pof. Alles werd keurig in een boekje genoteerd en eens in de week betaalde je (een gedeelte). De "lange kar" kwam langs met ondergoed en Hoorman op de bromfiets met schoenen. Alles kon in termijnen worden betaald.
Bijna alle vrouwen en kinderen van de veertien huizen verdienden 's zomers een centje bij met aardbeien en bonenplukken bij Wim Bol. De kinderen gingen vaak voor schooltijd al een poosje mee naar het land en na schooltijd weer een aantal uren. Elke cent was in die tijd welkom!