Contact gegevens

Kerksingel 26
2981 EH  Ridderkerk

Email algemeen: info@oudridderkerk.nl

Bankrekeningnummers:

NL40RABO0355484838

NL93INGB0004208049

KvK-nummer: 41126694

RSIN: 009623851

 

Openingstijden:

 

Woensdag 13:30 - 16:30 uur
Donderdag 13:30 - 16:30 uur
Vrijdag 13:30 - 16:30 uur
Zaterdag 13:30 - 16:30 uur

 

Toegang is gratis!

Expositie Agenda.


Donateur worden?


Privacy-verklaring


Deze website wordt gebouwd, onderhouden, gehost en gesponsord door:


 

 

Het was in het jaar 1880, dat de Provinciale Staten in de zomervergadering de wens te kennen gaven, dat een onderzoek zou worden ingesteld naar de feitelijke en rechtstoestand der vaarten in het gewest, die voor het algemeen verkeer van belang waren te achten. De Commissaris des Konings verzocht aan de burgemeester de nodige gegevens te verschaffen, speciaal wat de Waal (in het eiland IJsselmonde) vanaf de schutssluis te Oostendam langs Hendrik-Ido-Ambacht en Rijsoord naar Heerjansdam betrof.

De navolgende vragen werden daartoe, aan het bestuur van het Hoogheemraadschap "De Zwijndrechtse Waard" ter beantwoording voorgelegd, dat de nodige gegevens verschafte,

a) Wat was bekend omtrent het oorspronkelijk graven of verbreden der vaart in het belang van de scheepvaart?
Het bestaan van de Waal klom op tot over oude tijden, waardoor niet met zekerheid was te zeggen of zij als tak aan overstromingen te danken had.

b) Wie was de eigenaar van de vaart aan te merken en op wie rustte de verplichting tot onderhoud?

c) Wie voerde daarover het beheer? Vanaf de indijking van de Zwijndrechtse Waard was zij het eigendom van dit watershap. Zij diende voornamelijk tot boezem van een deel van zijn polders en werd door het bestuur van de Waard sinds eeuwen bezeten, beheerd en onderhouden.

d) Welke was de gemiddelde breedte en diepte van de vaart?

De breedte was van dertig tot honderd en tien meter. De diepte was gemiddeld 2.75 meter onder zomerpeil.

e) Waren er bruggen over de vaart, en zo ja, welke waren daarvan de voornaamste afmetingen (doorvaart, hoogte en wijdte)
Twee bruggen: die te Rijsoord was in doorvaart tien meter breed, twee meter boven zomerpeil de spoorbrug had 14.70 meter doorvaart en 2.30 meter hoog boven zomerpeil.

f) Waren er inkomsten aan de doorvaart verbonden, zo ja, welke waren die en wat was hun bedrag in de laatste tien jaren?
De vaart zelf door de Waal leverde geen inkomsten op, maar voor het onderhoud van sluizen en haven, die daartoe toegang verleenden, werden door het Hoogheemraadschap schut- en havengeld geheven krachtens een bij Koninklijk Besluit goedgekeurd tarief.

Ter zake van het kadegeld aan het einde van de Rijsoordsestraat was door de gemeente vanaf het jaar 1874 een bedrag van vier en veertig gulden en zestig cent ontvangen. Verder waren er geen inkomsten.

g) Welke uitgaven vorderde het onderhoud van de vaart in de laatste tien jaren? De Waal eiste van tijd tot tijd uitgaven tot het behoud van de waterkering en zuivering. Zij konden op vijf a zeshonderd gulden per jaar gesteld worden.

h) Kon enige opgaven verstrekt worden omtrent het aantal en de soort van vaartuigen, die in de regel van de vaart gebruik maakten? De beurtschippers van Rijsoord en Hendrik-Ido-Ambacht en voorts enige aken, die hoofdzakelijk bestemd waren voor het vervoer van bouwmaterialen.

i) Bestonden er titels, waarbij de onderhoudsplicht van de vaart geregeld was? Bij oude giftbrieven werd de  Waal  verkregen, titels van onderhoudsplicht waren niet bekend.

 

Dit artikel verscheen eerder in De Combinatie van 7 januari 1982 en is geschreven door J.W.A. van der Blom.