'Ome' Jaap van der Graaf ondersteunde veel initiatieven en activiteiten.
Op zaterdag 28 oktober is het boek Ridderkerk na de Tweede Wereldoorlog gepresenteerd. De schrijvers van dit boek hebben vele tientallen interviews gehouden. Zo had Dick de Winter een uitvoerig gesprek met wethouder Henk Dokter, Vandaag deel 2 van dit interview.
Hadden jullie succes? Enorm. Jaap voelde de concurrentie komen. En die ruige bandjes wilde hij niet. We zogen daar in De Postiljon aandacht en bezoekers bij hem weg. Bovendien kreeg Jaap ook concurrentie van Anrie Remus. Die gaf dansles in de bovenzaal van Piet Heijman.
De mensen in de buurt van De Postiljon hadden wel last van geluidsoverlast. De bands speelden tot 12 a 1 uur 's nachts. Jongerencentrum De Singel was nog ruiger dan wij, met drugs en muziek. Zij waren weer een concurrent voor ons. Zij kregen subsidie, wij niet. Daar was ook geluidsoverlast. Meester de Weerd die er naast woonde heeft het geweten! Veel later zat De Singel in de oude Kuyperschool. Ook toen was er geluidsoverlast en ruzie met de buren.
Bij ons traden onder andere op The Que 65, Wally Tax & the Outsiders en The Blitz. Nou dan weetje het wel. Het bleef niet bij De Postiljon. We wilden meer. Grotere bands. Maar daar gaf de gemeente geen vergunning voor. Ze waren bang dat het een te groot risico was. De gemeente vond dat we ons ook te veel richten op onze eigen leeftijdsgroep. Er moest ook iets voor kleine kinderen komen.
Hoe deden jullie dat? We huurden de Electrozaal. 's Middags verzorgden we daar een kinderprogramma. In die tijd was Ja Zuster, Nee Zuster van Annie M.G. Schmidt populair. We kregen contact met Leen Jongewaard die daarin een hoofdrol vervulde. Hij zou voor ons het kinderprogramma doen.
En de Electrozaal? Die was afgeladen vol. De moeders met kinderen stonden in een lange rij tot in het park wat je daar had.
Konden jullie Leen Jongewaard wel betalen?
Hij vroeg gelukkig geen hoge gage. Maar hij wilde wel door een luxe wagen van Amsterdam naar Ridderkerk gereden worden, en teruggebracht. Wij bij de RAGOM vragen: wat een hoog bedrag. Dat konden we niet betalen. Ik werkte toen bij Alderliesten als spuiter. Ik kende Piet Alderliesten. Ze hadden daar een Chevrolet met van die vleugeltjes achter. Een echte luxe Amerikaan. Piet reed en ik er naast in het pluche. Het eerste wat Leen zei: 'Zo. Voor het eerst rijd ik eens in een echte luxe wagen'. Op de Rijksweg werden we ingehaald, er werd naar binnen gekeken en gezwaaid. Sommigen hielden nog maar eens in om te zien of daar nou echte Leen Jongewaard zat. Zo populair was hij toen.
Jullie werden steeds groter. Kon dat wel? We wilden dat, steeds groter en groter. Dat kwam ook door Aart Roffel. Die begon een professioneel organisatiebureau met Pop-art. Er werden ook steeds meer eisen aan optredens gesteld. Met al die gillende meiden bij populaire bands als The Golden Earrings moesten we 'klerenkasten' als uitsmijters inhuren. Voor ons was het liefdewerk oud papier. Wij waren medewerkers. Maar voor Aart werd het werk. Hij moest er met Pop-art een bestaan uit zien te halen. En dat begon te wringen. Na 3 a 4 jaar is Pop-art een zachte dood gestorven. Aart is professioneel verder gegaan tot in Thailand toe. Wat ook meespeelde: sommigen van onze vriendenclub moesten in dienst of kregen verkering.
Dick de Winter.