De stapelloop van de "Chasevar" op 17 juni 1936
In 1935 kreeg Boele de opdracht voor het bouwen van een motorjacht voor de Sjah van Perzië. De scheepswerf moest in een half jaar zorgen voor de "Chasevar", een voor die tijd ongekend luxe jacht met een lengte van bijna 55 meter. Deze week deel 2 van deze bijzondere order.
De werf kende twee directeuren eigenaren, de heren Jan Boele en Ir. Pieter Boele. Rechtstreeks onder beide directeuren was er de hoofdbaas nieuwbouw, hoofdbaas reparatie en hoofdbaas machinefabriek. Onder deze hoofdbazen een aantal bazen, die leiding gaven aan het werfpersoneel. De directeuren waren dagelijks op de werf om een rondje te doen en werkvoorbereidingen door te nemen. Een mooi voorbeeld van een korte commandolijn is Cees Zip-pro, de man op de nieuwbouwhelling die alles regelde wat betreft de stapelloop van de schepen. Hij besprak de voorbereidingen daartoe met één van de directeuren op de directiekamer. Als hij er was, stonden zijn klompen voor de deur, want met klompen betreedt je geen deftige kamer. Het hebben van bedrijfsleiders c.q projectleiders was in die jaren nog niet aan de orde. Boele telde in die jaren een 900 tal medewerkers.
De werkomstandigheden waren niet te vergelijken van de hedendaagse. Er werd per dag zeker 9 uur gewerkt en ook de zaterdag gold als werkdag. Er waren geen loodsen om grote delen samen te stellen, maar alles gebeurde in de buitenlucht. De schepen waren nog geklonken en de werf telde een 12 tal klinkploegen. In de scheepsbouwloods bevond zich de spantenvloer, waar op ware grootte de spantvormen werden ingekrast. Afschrijvers tekenden de te gebruiken platen en spanten af. Die werden voorzien op de ponsmachine van de gaten voor de klinknagels. Spanten werden heet gloeiend tot de juiste vorm gebogen, platen op de drukker in de goede vorm geperst. Op de nieuwbouwhelling bevonden zich aan de boven en onderzijde van de helling stalen constructies, waar tussen staaldraden waren gespannen met daaraan de nodige takels. In weer en wind werden platen, spanten, dekken enz. aangebouwd tot het schip gereed was voor de stapelloop. Al met al hebben de medewerkers een geweldige prestatie geleverd om in zeg maar een goed half jaar een compleet motorjacht op te leveren.
De oplevering
Volgens contract moest het schip worden afgeleverd in een havenplaats aan de Kaspische Zee. Deze binnenzee had geen enkele verbinding met een andere zee. Het jacht kon dus alleen binnendoor naar Perzië. Dat wil zeggen via de Noordzee en de Oostzee naar Leningrad en vandaar uit via de Russische binnenwateren naar de Kaspische Zee. Deze binnenwateren zijn over vele kilometers niet al te diep, een twee tot twee en een halve meter. En de diepgang van het jacht was 3,20 meter. Daarom was onder de opdracht ook de bouw van een zgn. kameel betrokken. Wij noemen dat een drijvend dok. Dit dok had de volgende afmetingen: lengte 69,00 meter, breedte 9,60 meter en beladen een diepgang van 1,50 meter. Vanwege het ijsseizoen in Rusland moest het jacht vóór 31 juli 1936 te Leningrad worden afgeleverd. En zo vertrok het jacht op tijd via de Newa, het Ladago-meer, de Swir, Onegameer, Wytegra en de Wolga naar Astrakan en verder de Kaspische Zee op. Voor het passeren van een vaste brug moesten de schoorsteen en de masten tijdelijk worden verwijderd.
Ing. Ger de Jong.
Oud-adjunct-directeur Boele's Scheepswerven en Machinefabriek B .V.