Mijn grootvader Marinus de Jong is geboren te Ridderkerk op 8 april 1870 en zoon van Job de Jong en Adriana Lagendijk. Hij is in zijn jonge jaren gaan werken in de scheepsbouw en is via enige omzwervingen in Amsterdam en o.a Schiedam teruggekeerd in Ridderkerk en wel in Slikkerveer bij de werf van Piet Boele Pzn. Vervolgens verhuisd naar Bolnes, waar de heren Boele een werf hadden opgezet. Daar is hij tot zijn pensioen werkzaam geweest als scheepsbouwerbaas. Hij is overleden op 28 april 1953.
Een aantal jaren geleden kreeg ik van een familielid "Het ZAKBOEKJE van den ZEEMILICIEN M. de Jong". Marinus de Jong met Stamboeknummer 1649 werd per 12 mei 1890 opgeroepen voor dienstneming bij de KONINLIJKE NEDER-LANDSCHE MARINE. Het zakboekje was getekend door de Officier van Administratie der 1ste Klasse Donker.
Op pagina 2 het signalement (op de dag der inlijving): lengte: 1,68 m, aangezicht: ovaal, voorhoofd: gewoon, oogen: bruin, kin: rond. Dit signalement werd verklaard en ondertekend aan boord van Zr. Ms. Fregat "Evertsen", liggende te Willemsoord (Den Helder) nadat aan Marinus de krijgsartikelen zijn voorgelezen en hij ze verstaan heeft. Op bladzijde 3 treffen we aan dat hij op 12 mei 1890 voor vier jaar is
ingedeeld als zijnde loteling der lichting 1890 uit de Provincie Zuid-Holland - Gemeente Ridderkerk. Op bladzijden 4 onder mutatiën: Geïnstalleerd aan boord Zr. Ms. Evertsen en ingang soldij 13 mei 1890 en uit soldij 5 november 1890. Op bladzijde 7 meldt het hoofd: Bijgewoonde zeeslagen en gevechten bij debar-kement, bekomen wonden en uitstekende daden, met vermelding van erlangde decoratiën. Marinus heeft daar een blanco bladzijde.
De lopende rekening. (Bladzijden 8 en 9)
Schuldig ook genoemd "te kwaad" zijn de kosten van de persoonlijke uitrusting die hij zelf moest betalen. Tegenwoordig de P.S.U. (persoonlijke standaard uitrusting) genoemd. Dat zijn o.a. 1 Duffel Peijekker fl. 13,87 - 1 laken broek fl. 7,46 - 3 Everdoeksche broeken fl. 3,72 - 3 linnen boezeroenen fl. 3,51 - 2 katoenen borstrokken fl. 2,48 en verder lederen schoenen, naaizakje, kleederborstel enz. Totaal een bedrag van fl. 76,44. Op bladzijde 10 het vervolg met in juni een wollen deken ad fl. 3,15 en op 1 oktober, reparatieloon fl. 5,80. Daarmede een schuld van fl. 89,59. Op bladzijde 11 het tegoed bestaande uit uitbetaald soldij van fl. 80,27. Hetgeen resulteerde in een te kwaad van fl. 9,32. Op 29 oktober 1890 werd deze schuld hem kwijtgescholden.
Vrij vervoerbewijzen voor plotselinge mobilisatie. (2 bladzijden op roodgekleurd papier)
Houder dezes is verplicht, na openbare kennisgeving door de burgemeester van de gemeente waar de zeemilicien woonachtig is, zich binnen veertien uren te bevinden Aan het Centraal Station te Amsterdam met de aangegeven reisroute: Per spoor van Amsterdam, langs Haarlem naar Schiedam, marcheren naar de aanlegplaats van de stoomboot en met de stoomboot naar Hellevoetsluis de mobilisatie bestemming.
Gedragsregels bij OPKOMST MET SPOED, (laatste drie bladzijden) Tot het bereiken van het station van vertrek wordt gebruik gemaakt van openbare middelen van vervoer (spoorwegen, tramwegen en stoomboten) .Dan een aantal gedragsregels met als voorbeeld de volgende: De zeemilicien behoort doordrongen te zijn van het besef, dat bij opkomst met spoed de ernst der tijden minder dan ooit toelaat, dat hij zich aan dronkenschap of luidruchtigheid overgeeft. En eenmaal in den trein of op de stoomboot, zijn zij onvoorwaardelijk gehoorzaamheid verschuldigd aan het militaire geleide, dat zich daarop bevindt en moeten zij zich gedragen naar de aanwijzingen van spoorweg-, tram-, of stoombootpersoneel.
Aldus de geschiedenis van een Ridderkerks zeemilicien.
Ger de Jong.