Winter in Rijsoord. Een besneeuwde Burghthoeve.
Oud en Nieuw.
Als jongen van een jaar of 12 beleefde ik de jaarwisseling wel wat anders dan nu het geval is. De tijd tussen Kerst en oudejaarsdag was een voor mijn gevoel een veel langere tijd dan de vijf dagen volgens de kalender.Met oudejaarsdag begon de dag voor mijn moeder met het beslag klaarmaken voor de oliebollen en appelbeignets. Er werd niet zo'n klein beetje gebakken want met zijn achten, vader moeder en zes kinderen , kon je heel wat aan en niet alleen met oudjaar at je oliebollen maar dagenlang stond er een schaal met dat heerlijks op tafel.
Ook zo lekker was de broeder die mijn moeder bakte van het restant van het beslag, een broeder had de vorm van een kerstbrood, en in plakken gesneden met boter en suiker kon je die niet laten staan. Zo omstreeks 12 uur op oudejaarsavond gingen we naar buiten, toen was er nog geen vuurwerk of harde knallen van rotjes.
De kerkklokken beierden en op de rivier hoorde je de stoomboten fluiten. Het mooiste was dat en stukje verderop de heer Henk de Ruiter het raam van zijn dakkapel opende en dan blies hij op zijn trompet:
Uren dagen maanden jaren vliegen als een schaduw heen
Ach wij vinden waar wij staren niets bestendig hier beneen.
Op de weg die wij betreden staat geen voetstap die beklijft.
Al het heden wordt verleden schoon 't ons toegerekend blijft.
Een nieuw jaar lag weer voor ons en wij wensten elkaar een gelukkig nieuwjaar toe en het oude is herinnering geworden.
Herman van Hal.