Gedurende zeventig jaar was dit het gemeentehuis van Ridderkerk.
Op 24 februari 1909 werd door her toenmalige gemeentebestuur van Ridderkerk besloten om aan de Schoonhovense aannemer A. Bouter de bouw op te dragen van het gemeentehuis dat U hierboven ziet afgebeeld. Bij de aanbesteding was genoemde aannemer met een bedrag van f 28148,- als laagste van de 23 inschrijvingen uit de bus gekomen. De begroting was f 30.000,-. Dit gemeentehuis zou het eerste worden dat als zodanig hier werd gebouwd en al jaren lang was dat een zeer moeilijke kwestie geweest. Men hield toen niet zo van uitgeven zeker niet vóór en aleer de werkelijk dringende noodzaak onverbloemd was gebleken en de raadsleden verschilden in dit opzicht niet van de overige burgers. De gemeente behielp zich in die tijd met het grote huis van Waalburg dat zij in het najaar van 1865 had aangekocht en herhaaldelijk verbouwd, maar dat intussen ook al weer 43 jaar als gemeentehuis had
Dienst gedaan. Sommige betitelden het pand ronduit als een bouwval tot schande der gemeente en in 1907 besloot de Raad tot het instellen van een commissie ter voorbereiding van een nieuwbouw. Pas nadat het Rijk in de zomer van 1908 had laten weten bereid te zijn tot een langdurig huurcontract ten behoeve van een Post- en Telegraafkantoor in het te bouwen pand met een bijdrage van f 1100, - per jaar, was de zaak financieel haalbaar en kreeg de gemeentearchitect, G. Bulsing Gz opdracht een bestek gereed te maken naar aanwijzingen der raadscommissie. Op 25 mei 1909 werden de 1e, de 2e en de 3e steen gelegd en op 24 november van hetzelfde jaar kon dit gemeentehuis officieel in gebruik worden genomen. Het is gesloopt nadat het tweede gemeentehuis op 11 maart 1980 door kroonprinses Beatrix officieel was geopend.
Deze bijdrage over de geschiedenis van Ridderkerk is van de bekende amateur-historicus Jan van de Es (1910-1993). Hij schreef dit verhaal in 1981.