Scheepswerf "De Maas".
Na de schepen met de namen "Ridderkerk" en "Huis ten Donk" is deze keer "Slikkerveer" aan de beurt. Er zijn meerdere schepen met die naam geweest, maar die waren hoofdzakelijk actief als sleepboot of lijndienst/passagiersschip in onze regio. Zeeschepen met de naam "Slikkerveer" zijn zeer zeldzaam. Daarom hier de geschiedenis van het stalen zeestoomvrachtschip "Slikkerveer".
De opdracht voor de bouw van het zeeschip werd in 1917 door de "N .V. Rotterdamsche Algemeene Scheepvaart Maatschappij" (afgekort: R.A.S.M.) verstrekt aan de N.V. Internationale Stalen en Gewapend Beton Scheepsbouw Maatschappij "De Maas" te Slikkerveer (kortweg: "De Maas"). Behalve de "Slikkerveer" bestelde de opdrachtgever nog 2 identieke schepen, die de namen "Kralingscheveer" en "Leksveer" kregen. Als gevolg van de samenwerking tussen de heren Van der Kuijl (tot dat moment eigenaar van "De Maas") en Joost Pot werd de werfnaam eind 1917 gewijzigd in "Intermaas". Bij een nieuwe werf hoort ook een nieuwe bouwnummer-lijst, vandaar dat de "Slikkerveer" bouwnummer 1 kreeg. De afmetingen van het schip bedroegen: lengte 52.34 meter; breedte 7.65 meter en diepte 5.20 meter; het "gross tonnage" bedroeg 471 ton. De stoommachine, gebouwd door Stork in Hengelo, had een vermogen van 480 IHP. De bouw verliep voorspoedig en de tewaterlating vond in november 1917 plaats; het duurde tot 31 mei 1918 voordat het schip werd overgedragen aan de opdrachtgever.
Verkocht.
Heel lang was de "Slikkerveer" niet in dienst bij de R.A.S.M.,want op 8 november 1919 meldde de krant "De Maasbode": "Het stoomschip Slikkerveer, in 1917 door N.V. de Maas te Slikkerveer gebouwd, is aan de Enterprise Shipping Co. Ltd te Cardiff verkocht". De naam werd daarbij gewijzigd in "Ualan". Bij deze naamswijziging bleef het niet, want in 1926 kreeg het schip weer een andere naam, te weten "Orpen"; de thuishaven bleef ongewijzigd. Een jaar later kon de schilder weer aan het werk; dit keer moest de naam "Orpen" in "Mona" veranderd worden en de thuishaven Cardiff moest Antwerpen worden. Maar ook "Mona" hield het niet lang uit, want in mei 1932 werd het schip verkocht aan een in Den Haag gevestigd bedrijf, dat het schip de naam "Little Evy" gaf. Kennelijk was het Haagse bedrijf een soort tussenpersoon, want nog geen 6 maanden later werd het schip opnieuw verkocht. De scheepsnaam bleef dezelfde, maar de nieuwe eigenaar was gevestigd in de plaats Zlin (Tsjechoslowa-kije). Ook deze eigenaar had niet lang plezier van het schip; na bijna 2 1/2 jaar werd het weer van de hand gedaan en naar Frankrijk verkocht. De schilders mochten nu de naam "Franfois Tixier" op de romp aanbrengen met als thuishaven Duinkerken.
Bergingsvaartuig.
In de loop van de 2e Wereldoorlog werd het schip ondergebracht bij het engelse "Ministry of War "; het mocht wel de naam behouden, maar de thuishaven werd veranderd in Belfast. Na een verbouwing ging het schip als bergingsvaartuig dienst doen, een werk waarvoor het tot het eind van de oorlog werd gebruikt. Na de oorlog werd het schip weer gereedgemaakt als vrachtschip en aan de oorspronkelijke eigenaar teruggegeven. Helaas had de rederij niet lang profijt van het schip. Op 8 juli 1948, tijdens een reis van Goole (Engeland) naar Rouen met een lading steenkool kapseisde het schip ter hoogte van het engelse graafschap Norfolk. Hiermee kwam een einde aan een schip wat ooit als "Slikkerveer" haar leven begonnen was.
Bronvermelding: voor een aantal hierboven vermelde gegevens werd de internetsite van de Stichting Mari-tiem-Historische Databank geraadpleegd.
Huib van Vliet l Oudheidkamer Ridderkerk.