Op de schepen die aan de werf lagen werd post bezorgd door de jongste bediende.
In 1954 werkte ik als jongste bediende bij Boele op de boekhouding. Jonge mensen ervaren soms dingen, die bij ouderen in hun werk heel gewoon zijn, als zeer onplezierig.
Zo kon ik niet begrijpen dat het systeem voor volwassenen precies eender werkte als op de lagere school. Bureaus achter elkaar en voorin, een beetje schuin, het bureau van de chef, die voor mijn gevoel de boel in de gaten moest houden. Volwassen mensen die dagelijks zo in de gaten werden gehouden, beklemde mij.
Post halen.
Ik fietste naar mijn werk. Maar in de morgen haalde ik bij het postkantoor in Bolnes, de Boelepost op. Deze post werd opengemaakt in het kantoor van een hogere chef met een collega van de afdeling.
De was nogal een levenslustige jongen. Tijdens het openen van de post floot ik er lustig op los. Maar niet lang. De hogere chef maakte mij duidelijk dat hij van dat lustige gefluit niet gediend was. Van de geadresseerde post voor de schepen die aan de werf lagen, werd een stapeltje gemaakt en door mij, na de koffie, bezorgd. Zodra ik met het bundeltje post het kantoorgebouw verliet, over¬viel mij een groot gevoel van vrijheid.
Ole Brad.
Boele had een luxe probleem. Al werd de calculatie met opzet verhoogd, de schepen kwamen toch naar de werf. Drie dik lagen de schepen naast elkaar in de Maas, en soms heel lang. Ik herinner mij een zeeschip dat gezonken was in Griekenland. Na de berging gingen experts van Boele er heen om een begroting te maken. Ik verzorgde de visa die nodig was om een buitenlandse reis te maken. Elke ambassade had zo zijn eigen tempo om dit reisdocument in orde te maken. Bij de Grieken lag het tempo nogal laag. Ik kwam dan in tijdnood, want de Boele-experts waren al op Schiphol. Vanaf de ambassade met een taxi naar Schiphol. Met elkaar een stukje eten en dan met de Schipholbus naar Bolnes.
Het schip had de naam Ole Brad en kwam voor een uitzonderlijke revisie naar de werf. Er waren Grieken die al maanden aan boord verbleven. Ik klauterde aan boord en zocht de man op die bij de envelop hoorde. Ze waren in hun nopjes als ik met de post kwam. Wat een blijdschap. Schouderklopjes en tot ziens.
Met de Solex.
Op een dag moest ik documenten verzorgen voor uitvoer van grote stalen bakken die bij Boele gemaakt waren. De sleepboot van Wijsmuller lag met de bakken in Vlaardingen.
Het vervoer moest altijd met een taxi. Het was prachtig weer en ik vroeg mij af, waarom ik met een taxi moest, terwijl de zon scheen. Ik haalde mijn Solex uit de
berging en tufte naar de ambassade. Alles verliep soepel en ik kwam veel te vroeg in Vlaardingen aan. De kapitein vond het super en liet mij zijn schip zien. De voorraad kabel in het ruim en de grootte van de sleepboot maakten grote indruk op mij. Ook vertelde hij hoeveel rek er op de sleepkabel kwam als er storm zou komen. Ik was onder de indruk. Ik weigerde een borrel, nam afscheid en wenste hem behouden vaart.
Vervolg Jongste bediende bij Boele deel 2.