Jaap Visser maakte vaak foto's van de schepen die bij Boele lagen.
Toen ik weer bij Boele was, moest ik bij mijn chef komen. Hij nam mij apart. Hij had mij zien vertrekken met de Solex en dat mocht niet. Stel je voor Jaap, zo sprak hij, dat je een ongeluk zou overkomen, dan zou het leed niet te overzien zijn. Opeens vond ik hem sympathiek, mijn chef.
In de middagpauze was ik altijd op de schepen te vinden. Motoren die gedemonteerd werden hadden mijn grote belangstelling, waardoor ik wel eens te laat op de afdeling kwam. Mijn excuus werd niet door de chef begrepen.
Op een dag kwam er bij de receptie een blonde schoonheid te zitten. Haar vader werkte op de werf. Ik ontmoette hem daar zogenaamd bij toeval en zei hem dat hij een mooie dochter had. Hij glimlachte. Niet zo heel lang erna zat ik bij haar en haar ouders op de koffie.
Foto's van stapelloop.
Als er een nieuwbouw schip te water ging - stapelloop heette dat - mochten alle afdelingen gaan kijken. Dat was een gewoonterecht. Maar op een dag kwam er vanuit de directie het bericht dat niemand meer naar een stapelloop mocht. Jammer, ik was net begonnen met fotograferen. De foto's die ik van de schepen maakte, liet ik vergroten en liet deze aan de directie zien. Meneer Pieter Boele uit Slikkerveer vond dat deze foto's in het archief opgenomen moesten worden. De kosten moest ik bij mijn chef indienen. Toen hij me uitbetaalde bemerkte ik een lichte wrevel.
Op een winterdag was er een stapelloop. Ik vroeg aan meneer Pieter Boele of ik er naar toe mocht om vanuit een torenkraan foto's te maken. Ik kreeg toestemming, maar wel met de waarschuwing dat het gevaarlijk was. Het had gevroren en misschien waren de stalen treden wel glad. Ik beloofde hem voorzichtig te zijn. Ik ging naar mijn chef en vertelde dat ik toestemming van de directie had om foto's te maken. Hij stond perplex en keek me niet aardig na toen ik met mijn fototoestel om mijn nek de afdeling verliet. Op de werf vermaakte ik me kostelijk en klom de kraan in, na eerst de machinist te hebben ingelicht. Griezelig om zo hoog tussen wat open staal te staan. De machinist nodigde me uit om als er zware secties te hijsen waren nog eens te komen. De arm van de kraan gaat dan eerst heel ver naar beneden, om daarna de sectie op te tillen. De beloofde hem zeker niet te komen. De spanning was voelbaar toen ik de afdeling opkwam met het fototoestel om mijn nek en een glimlach op mijn gezicht.
Huwelijk.
Mijn verhouding met de chef was na dit voorval danig geschaad. Het escaleerde toen mijn beide broers, die ook bij Boele werkten, in hetzelfde jaar trouwden. De een in het voorjaar en de andere in het najaar. Bij de eerste broer kregen we beiden toestemming van onze chef - ik had inmiddels verkering met onze receptioniste - om bij die gelegenheid aanwezig te zijn.
Maar bij de tweede broer reageerde mijn chef rancuneus. Mijn meisje kreeg wel toestemming, maar ik niet. Ik had al mijn dagen opgenomen en voor een tweede broer die trouwde in hetzelfde jaar kreeg ik geen extra dag. Wettelijk had hij gelijk, maar ik was heel boos op deze man. Met ingehouden boosheid vertelde ik hem dat hij er op moest rekenen dat ik op die dag afwezig zou zijn. Op de bruiloft kwam naast uiteraard de familie ook de chef het bruidspaar gelukwensen. Ik moest ineens zo plassen toen hij mijn kant op kwam.
Jaap Visser.