Een Ridderkerks zeemilicien in de negentiende eeuw.
Het is een paar maanden geleden dat ik van mijn nicht een zakboekje ontving dat van mijn opa was. Mijn opa, die geboren is den 8ste april 1870 , had een zakboekje van de Koninklijke Nederlandsche Marine, gedateerd 13 mei 1890 en getekend door De Officier van Administratie der 1ste klasse.
Een bijzonder document dat niet mag ontbreken in de archieven van de Stichting Oud Ridderkerk.
Op 12 mei 1890 werd Marinus de Jong, zoon van Job en van Adriana Lagendijk, ingedeeld voor vier jaren als zeemilicien; zijnde loteling der lichting van 1890 uit de Provincie Zuid-Holland ,Gemeente Ridderkerk onder nummer 29; laatst gedomiliceerd in Ridderkerk; beroep: Scheepssmid.
Het zakboekje vermeld op bladzijde 2 het signalement ( op den dag van inlijving ) : o.a. lengte: 1,682 meter – aangezicht: ovaal - voorhoofd: gewoon - oogen: bruin - neus en mond: gewoon - kin: rond - wenkbrauwen: bruin.
Bovendien de vermelding:
De ondergeteekende verklaart, dat op heden 12 mei 1890, de krijgsartikelen aan hem zijn voorgelezen en dat hij die verstaan heeft. Aan boord Zr Ms. Fregat “Evertsen “, liggende te Willemsoord. De schepen hadden de voorvoeging Zijne Majesteit omdat we toen Koning Willem III hadden.
Op bladzijde 4 onder mutatiën de vermelding: geënrolleerd aan boord Zmst Fregat “Evertsen” op No. 635 , 13 mei 1890. Aan boord en in soldij. Uit soldij 5 november 1890.
Op bladzijde 7 met titel: Bijgewoonde zeeslagen en gevechten bij debarkement, bekomen wonden en uitstekende daden, met vermelding van erlangde decoratïen.
Deze bladzijde was verder blanco, omdat opa kennelijk niet bij zeeslagen betrokken is geweest.
En op bladzijde 8 en 9 Schuldig en Te goed.
Bladzijde 8 vermeld dat mijn opa heeft ontvangen een groot aantal uitrustingsstukken, waaronder o.a 1 Duffel Peijjekker f . 13,87, een Laken Broek f. 7,46, 3 Everdoekse Broeken f. 3,72, 2 Baaien Hemden f. 11,44, Rolzak f. 1,76, Wijde Kam 0,22, Zeewieren Matras
f. 1,60 enz. De gehele uitrusting voor een bedrag van f. 76,44.
Opa moest dus zijn eigen uitrusting betalen.
En op bladzijde 10 een verdere schuld, bestaande uit de levering van een Wollen Deken en een aantal aan uitrustingsstukken uitgevoerde reparaties komt , waardoor de totale schuld op f. 89,59 en een halve cent uit kwam.
Bladzijde 11 geeft een tegoed aan van ontvangen soldij vanaf 13 mei 1890 tot 4 november 1890 met een totaal van f. 80,27 . Hij kwam dus tekort een bedrag van f. 9,32 en een halve cent. Dat werd geregistreerd als tekwaad.
Dit bedrag werd hem kwijtgescholden.
Dan volgen een aantal bladzijden met gegevens over de te volgen reizen bij oproeping.
“ Houder dezes is verplicht, na openbare kennisgeving van de oproeping der militie met spoed , zorg te dragen, dat hij zich binnen veertien uren na het in de openbare kennisgeving oproepingsuur bevindt: aan het Centraal Station te Amsterdam “.
Reisroute.
Per spoor van Amsterdam, langs Haarlem naar Schiedam, marcheren naar den aanlegplaats der Stoomboot van den Stoomvaartmaatschappij “ Maatnymph “ en met die boot naar Hellevoetsluis ( bestemming )”.
Op de daaropvolgende bladzijden een aantal Vervoerbonnen, die gebruikt dienen te worden voor de reizen.
De laatste vier bladzijden zijn de regels voor OPKOMST MET SPOED.
Bons en passagebiljetten, Hoe de plaats van opkomst te bereiken, Hoe het station van vertrek of de stoombootaanlegplaats van vertrek te bereiken, Uur va oproeping en uur van vertrek, Hoe te handelen wanneer het vervoer op het aangegeven station van vertrek onverhoopt niet meer kan plaatsvinden. En dan een aantal gedragsregels.
“Het zich doen vergezellen naar de stations, door ouders, echtgenoote, bloedverwanten of kennissen moet liever worden nagelaten; het zal aan vele stations toch reeds zeer druk zijn “.
En dan: “Ernstig wordt gewaarschuwd tegen het misbruik van sterken drank. Het moet een zeer ernstigen indruk maken op zijne meerderen en kameraden, wanneer de verlofganger onder den invloed van sterken drank aankomt op zijne bestemming. Hij behoort doordrongen te zijn van het besef, dat bij opkomst met spoed de ernst der tijden minder dan ooit toelaat, dat hij zich aan dronkenschap of luidruchtigheid overgeeft “.
Mijn opa, is na het beëindigen van zijn Zeemilicienschap in dienst getreden bij diverse werven, waarbij hij vele jaren tot aan zijn pensioen in 1945 heeft gewerkt bij, als laatste in de functie als scheepsbouwersbaas, bij Boele’s Scheepswerven en Machinefabriek N.V.
Ger de Jong.