Na de Tweede Wereldoorlog bestond Ridderkerk nog uit de dorpen Bolnes, Slikkerveer, Ridderkerk Centrum, Rijsoord en Oostendam. Bolnes met lintbebouwing langs de Ringdijk met loodrecht op de dijk de straten Dijkje, Paul Krugerstraat, Boezemkade en Boezemstraat, Wilhelminastraat, Julianastraat en de Wetstraat. Bolnes eindigt bij de vroegere scheepswerf Schram met onderdijks de openbare lagere school.
De grens tussen IJsselmonde en Bolnes bevond zich bij de Stenen Paal, die stond aan de bovenzijde van de stoep, die liep van de Bovenringdijk naar de Benederingdijk ter hoogte van Dijkje. Slikkerveer begint bij werf Gusto met lintbebouwing langs de Ringdijk. De belangrijkste werkgevers in die jaren waren de scheepswerven Boele's Scheepswerven en Machinefabriek B.V. De Gebr. Pot, Scheepswerf Schram en de Firma van Dam. Vele Bolnes-senaren verdienden bij deze bedrijven hun dagelijks brood.
De dorpen kenden vele winkeltjes, vaak gerund door weduwvrouwen, die, omdat er nog geen AOW (Algemene Ouderdoms Wet) was, in eigen levenshoud moesten voorzien. Ook gepensioneerden hadden geen uitkering. Mij opa, die scheepsbouwerbaas was, ontving van de heren Boele een heel klein bedragje als pensioen, maar daar kon men niet van leven. Het was de taak van de kinderen om de ouders maandelijks van een bedrag te voorzien. En dat was vaak een probleem. Want wie moest welk bedrag overmaken. Dat moest dan onderling worden afgesproken. Degene van de kinderen, die het meest verdiende, moest het meeste afdragen. Ik weet dat daar nog al eens ruzies over zijn ontstaan. Voor de volledige op 1 januari 1957 in werking tredende Algemene Ouderdomswet bestond er de Noodwet Ouderdomsvoorziening "Drees", maar die gold alleen voor bejaarden, die slechts een klein inkomen hadden.
Er was nog standsverschil en dat uitte zich in het aanspreken of noemen van de vrouwen uit het dorp. Er werd gesproken over vrouw de Jong, vrouw Mastenbroek, vrouw van de Berg. Men ging op bezoek bij vrouw enz. Alleen de hoger geplaatsten werden aangesproken met mevrouw, zoals mevrouw Boele, mevrouw van Vliet, mevrouw Pot enz. De olieboer in Bolnes, Piet Versluis loste het op door zich te melden met: "mevrouwjuffrouw hoeveel liter petroleum heeft u nodig?"
Mannelijke winkeliers werden aangeduid met meestal de achternaam: melkboer den Breejen, groenteboer Gielen enz. De melkboer, de groenteboer, de bakker, de slager, de schillenboer, de voddenboer, de kolenboer, textielver-kopers enz. kwamen of dagelijks of wekelijks aan de deur om de levensmiddelen of andere benodigdheden af te leveren. Soms werd er dan wekelijks betaald en had men de boodschappen "op de pof " of op "de lat". De neringdoenden
gebruikten als vervoer paard en wagen. Pas in de zestiger jaren van de vorige eeuw kwamen er in het straatbeeld auto's.
In de genoemde jaren waren de meeste woningen nog niet voorzien van centrale verwarming en werd het huis veelal alleen in de huiskamer met een kachel verwarmd. Die werd dan gestookt met antraciet, een kleine steenkoolsoort die lekker lang bleef branden. In de keukens vaak een potkacheltje dat gestookt werd met hout of eierkolen. De kolen-boer met zwart gezicht van alle kolenstof moest dan, als je op een etage woonde, met de zakken kolen op de rug naar boven klauteren en stortte dan de kolen in een kolenhok op het balkon,
Ger de Jong.
Vervolg Neringdoenden na de tweede wereldoorlog in het dorp Bolnes deel 2.