Ik heb nog goede herinneringen aan een paasfeest zo rond 1949. Ik zie mijn moeder nog de eieren die de kippen produceerden, opsparen voor die dagen. Ook het huis kreeg een grote schoonmaakbeurt. Zelfs de schuur werd aangepakt. In de tuin was mijn vader al veel eerder bezig geweest om orde op zaken te stellen. Zo leefden we naar Pasen toe.
Als de grote dag daar was moesten wij, de kinderen, voor een deel in het nieuw. Want, zei moeder, Pasen is een nieuw begin .Zondag eerste Paasdag begon de dag met het op tafel zetten van een schaal met gekookte eieren. Ieder mocht zoveel eten als hij of zij wilde, 's Middags hetzelfde, zoveel eieren als we lusten. En er was dan de eerste verse sla uit eigen tuin. Heerlijk. Die had mijn vader geteeld onder plat glas, zoge¬naamde broeiramen.
We zongen op die dagen veel paasliederen. De hele familie vormde een koor. Wel zonder begeleiding want er stond bij ons geen harmonium in huis. Op tweede Paasdag nog steeds eieren eten, zoveel je maar wilde. Van cholesterol had niemand ooit gehoord.
Fietstochten.
's Morgens vroeg gingen we die dag vaak met vrienden op de fiets een flinke tocht maken. Ik herinner me nog zo'n tocht naar de Betuwe. Daar
woonden oom Frits en Tante Trui .Met een pakje brood, maar nu met gebakken ei, gingen we op pad. Helemaal naar Ochten, 80 kilometer heen maar ook terug. En zonder tom tom. Alleen op de borden van de ANWB, met een fiets zonder versnelling.
Bij tante was je welkom, altijd viel er wel wat te eten. Ze stond gelijk klaar om een pannenkoek te bakken. Drinken deden we buiten, zo uit de pomp. Na het eten en wat spelen met mijn nichtje, weer huiswaarts. Ook op andere feestdagen trokken we er op uit. Zo herinner ik me dat we op Hemelvaartsdag naar Delft gingen. Daar woonde ook een tante van me. Daar werden geen pannenkoeken gebakken, maar ging de pan met soep onder de kraan en zo had ze altijd soep genoeg. Delft is zeer bekend om zijn mooie Nieuwe Kerk. Daar moesten we natuurlijk ook even heen. En ja, dan was het weer tijd om naar huis te gaan. Met het waterige soepje in de maag lukte dat prima. Als het een mooie dag was maakten we ook wel een fietstocht naar het Mastbos bij Breda. Het is een prachtig bos en we verheugden ons er op. Daar waren altijd wel anderen die er ook een dagje tussenuit waren. Daar speelden we dan mee. Nu ben je er in een ommezientje met de auto. Maar dat was toen niet. Dat waren toen enorme afstanden. Ik was blij met mijn fiets. Ik denk wel eens: als ik geen fiets had gehad dan was ik daar nooit gekomen. In mijn jeugd was ik meestal alleen in Rijsoord aan de Pruimendijk of in de onmiddellijke omgeving te vinden.Die fiets van me was echt een onmisbaar vervoermiddel.
Hoe had ik anders op zaterdagavond in bijvoorbeeld Sliedrecht of Zwijndrecht kunnen komen? Het was er gezellig en je kon naar de meisjes kijken. Een ding stond vast: je moest wel een fiets hebben die tip top in orde was. Dus met een goede bel en verlichting anders had je zo een bekeuring aan je broek.
Het is allemaal lang geleden maar zo was dat toen.
Herman van Hal.