Het was voor mij een openbaring dat het lezen van doop-, trouw- en begrafenisregisters interessant kan zijn. Uit deze registers van Ridderkerk, Rijsoord en de omliggende gemeenten kan men namelijk meer inzicht krijgen in het leven van de gewone man en vrouw in Oost-IJsselmonde. Een lijst met inwoners van Ridderkerk uit 1680 waarop vermeld hun beroep, hun maatschappelijke welstand en andere gegevens heeft onze nieuwsgierigheid naar het eind van de 17e eeuw gewekt.
Zo vond op 21 november 1677 de doop plaats van Sebastiaan, zoon van Pieter Cornelisse en Marijtje Ger-ritse van de Pruimendijk. Het bericht zou in een kerkblad van vandaag kunnen staan, zo vertrouwd klinken de namen en de toevoeging van de Pruimendijk. Wat wel zou opvallen onder de hedendaagse kerkelijke berichten, is de mededeling dat op 9 maart 1687 in de kerk van H J. Ambacht een kind gedoopt werd van Marie Lavalet: "ene arme soldaetvrouw hier passerende beviel des nagts in de schuur van de schout H. Verheul". Wat zou de dominee dit voorval mooi in zijn kerstpreek kunnen verwerken! Je vraagt je af hoe kwam Marie Lavalet als soldatenvrouw in 1687 in deze streek verzeild? Dat kan als volgt verklaard worden. Er is in de 16e en 17e eeuw heel wat gevochten. Sommige soldaten hadden hun vrouw bij zich. Marie Lavalet was één van die vrouwen.
Ook schrijnend is het bericht van een doop op 24 januari 1649: "een kind van twee arme lieden 't welk te huyse van Jacob Hermans Boer geboor werd, is genaamd Sara". Op 11 nov. 1703 werd in H.I. Ambacht Huybert geboren, een speelkind van Neeltie, dochter van Arie Andries Celosse. Het woord "speelkind', kwam me aanvankelijk onbekend voor. Kan hier geen verband met overspel gezocht worden? De naam van de vader ontbrak. Op 28 maart 1706 werd nog een speelkind van Neeltie Ariensdr. Celosse gedoopt. In het doopboek van Heerjansdam viel me het volgende op: 6 aug. 1797 gedoopt Jan in onegt geteeld door Jannetje Grandia. Ook zij valt in herhaling: 18 mei 1800 gedoopt Pieter in onegt geteeld door Jannetje Grandia. Op 14 okt. 1674 wilde ds. Nicosius, predikant van H.I. Ambacht, in Barendrecht prekende: "het onegte kind Lijntie" niet dopen. Later is dit probleem opgelost en is het kind door ds. Celosse van Ridderkerk gedoopt. Ik heb niet kunnen achterhalen of deze predikant familie is van Neeltie Celosse van H.L Ambacht en daarom wellicht wat "rekkelijker" was dan zijn collega Nicosius.
In het doopboek van Rijsoord lezen we dat op 23 aug. 1789 gedoopt zijn de volgende kinderen: Pleun, zoon van Leendert Willemse Penning en Marya Ariese van den Bos. Ary, zoon van Paulus de Ruiter en Pleuntje Sloof. Ida Cornelia, dochter van Cornelia Mommese Barendrecht, welke verklaard heeft dat Gijsbert Costiaanse Vlasblom vader van 't kind was. Berber Dirksie Pauw, dochter van Berber Dirksie Pauw, welke verklaard heeft dat Jan Aryse van Leyden, vader van't kind is. Beide laatstgenoemde "onegte" kinderen zijn 's middags gedoopt en de twee eerstgenoemde wettige kinderen 's morgens, De moeders van de "onegte" kinderen hebben, zoals toen gebruikelijk was, zelf hun kind ten doop moeten houden. Bij deze gelegenheid is gepredikt n.a .v, Hebreeën 13:4 't laatste gedeelte: "want hoereerders en echtbrekers zal God veroordelen". Wat een verschil met de aanvaarding van bastaardkinderen van vorstelijke personen! Die werden vaak aan het hof opgevoed en kregen meestal adellijke titels. Wat een huichelarij en discriminatie.
J.A. Crezée (1919-2000), huisarts te Rijsoord van 1950 tot 1982.
Vervolg Over dopen en trouwen in de 17e eeuw deel 2.