Thomas van den Berg, inwoner van Ridderkerk, had vaak "een kwaaie dronk". In juni 1725 had hij zijn zoon Jacob en zijn beste vriend Cornelis van der Hoeven met een mes bedreigd en op straat achterna gezeten. Ze waren gedwongen geweest om binnenshuis te vluchten en de deuren te barricaderen. Evenzo had hij in die tijd zijn buurman Gillis van der Pijpen met een mes achtervolgd.
Thomas was getrouwd met Marijtje Teunis Opdorp, weduwe van Hendrik van Es. Hij sloeg zijn vrouw vaak. Buurvrouw van de Leur getuigde dat hij zijn vrouw dermate mishandelde dat ze vaak het huis uit vluchtte naar de buurvrouw en haar man. Terwijl het toch een aardige ijverige vrouw was, die zeker geen aanleiding tot misnoegen gaf. "... dat zyn vrouw soo qua-lyk wierd getracteert, dat (zij) by Willem van de Leur is komen vlugten als mede voor soo veel haer bekent de vrouw sig altoos heeft gedragen als een vrouw betaemt".
Marijtje Teunis Opdorp had een voorkind uit haar eerder huwelijk, Teuntje van Es. Als stiefvader dronken was pro-beerde hij Teuntje te verkrachten.
"... dat haar met gewelt heeft aengetast in het agterhuijs, maer dat (zij) met schreeuwen nog uijt syn handen is
ontkomen."
Dat was herhaaldelijk gebeurd. Moeder had geprobeerd erger te voorkómen door Teuntje als dienstmeisje elders te verhuren. "Om haar dogter voor hem tragte te beschermen ... om haer niet tot oneere te brengen". Zo had Teuntje een poos gewerkt bij Pieter van der Jagt onder Barendrecht.
Welnu, op 23 juni 1725 trouwde Teuntje van Es met Jacob Thomasse van den Berg, de zoon van de ruziezoeker. Vader Thomas had dit huwelijk zelfs "bevordert ende aengeraeden." Maar zoon Jacob wist toen van die verkrachtingspogingen van zijn vader nog niets af. Toen het jonge echtpaar na het trouwen thuiskwam in het ouderlijk huis viel de dronken vader zijn zoon aan en bedreigde hem met een mes.
Was hij jaloers? Jacob nam zijn vader het mes af en gooide dit over naar de vriend van zijn vader, Cornelis van der Hoeven. Maar toen was de boot pas goed aan. Vader brulde dat hij zijn beide zoons zou doodsteken. Inmiddels sloeg hij van alles in huis kort en klein: "maeken-de veel rumoer in huijs met het aen stukken gooijen van schotelen, taljoren * en glaesen ..."
Hij pakte zoon Jacob op, gooide hem op de grond en vertrapte hem. Vader Thomas "... daer op met groote furie syn soon ... is aengevallen, gooijende hem onder de voet, trappende en bytende sood-anig nae den selve dat de selve door de menschen die hem moeste binden en op-sluijten nog is ontset geworden". Hij bracht zoon Jacob dermate veel letsel toe dat de omstanders de bruidegom
moesten ontzetten. Ze bonden vader Thomas vast en sloten hem op. Wat een leuk huwelijksfeest.
Kennelijk was het er in de loop van een jaar niet beter op geworden. De baljuw vroeg op 5 juni 1726 in een getuigenverhoor aan Jacob of hij wist wat zijn vader zo dwars zat. Nee, daar kon Jacob niets bij bedenken. Maar drank speelde altijd een rol, pa ging pas door het lint als hij bezopen was. Viel dit alles nog onder het hoofdstuk "een kwaaie dronk"? Dat zullen baljuw en schepenen van de hoge vierschaar van Zuid-Holland zich hebben afgevraagd. Omdat het vonnissenboek over die periode ontbreekt is mij niet bekend hoe een en ander is afgelopen.
Harry Aardoom.