Ik ken Cees Lagendijk al zeker twintig jaar. We doen nog steeds samen onze oefeningen en lopen nog steeds samen een keer per week onze rondjes bij de trim(gym)club van Ten Donck. Natuurlijk leer je elkaar dan beter kennen. Cees bleek heel wat jaren naast zijn werk in de muziek gezeten te hebben. Niet zo vreemd, want de familie Lagendijk staat in Ridderkerk bekend als een zeer muzikale familie. Cees speelde in de jaren zestig in een van de beste rock en roll bandjes van Ridderkerk en daarna in de band van zijn vader en oom, The Melody Makers.
Je komt uit een muzikale familie. Hoe zit dat?
Mijn vader Maarten, van beroep schilder, was zeer muzikaal. Hij had het van geen vreemde. Zijn vader, voor mij dus opa Lagendijk, was orgel- en pianostemmer in Rijsoord. Iedereen kende hem. Ook mijn vaders broer Jan was muzikaal. Hij werd muziekleraar. Beiden speelden accordeon. Maar mijn vader speelde ook net zo gemakkelijk piano of een ander instrument. Weet je wat Leen Huijzer, de latere Lee Towers zei: "Ome Jan was de muziekleraar, maar je vader was de muzikant." Ze zeggen nu dat het in de genen zit.
Mijn vader is van 1924. Op 21 jarige leeftijd - 1945 het jaar van de Bevrijding -speelde hij bij Punt (dat is St Joris) voor de Canadezen. Mijn vader en moeder woonden in bij oma van Oosten in de Nassaustraat. Daar ben ik geboren.
Met hardwerken heeft mijn vader een piano bij elkaar gespaard.'
Deed Kleine Cees daar wat mee?
Ja, ik oefende met één vingertje. Ik kon net bij de toetsen. Mijn vader had al snel in de gaten dat ik muzikale aanleg had. En het ook leuk vond. Ik herinner me nog dat ik als kind - ik was denk ik 5 of 6 jaar – met mijn vriendje Jan Bode, met een trommeltje langs de straat liep. Hij aan de ene kant van de weg en ik aan de andere. De hele mars van Harpe Davids kenden we uit ons hoofd. We trommelden er lustig op los.
Wat nu, dacht mijn vader? Naar pianoles. Natuurlijk bij oom Jan. Mijn vader moest hem wel betalen voor die lessen. Maar al die nootjes leren en thuis studeren, ik had er wat tegen. Nee, dat was aan mij niet besteed. Toen ik een jaar of veertien was ging het niet langer. Ik stopte. Ik merkte dat ik sneller uit mezelf leerde, met steun van mijn vader. Dat wel. Als drummer heb ik me ook ontwikkeld door te luisteren en goed naar andere drummers te kijken, wat ze deden. Want het is niet gemakkelijk. Je moet je handen met verschillende ritmes kunnen gebruiken en ook nog je voeten. Door stug oefenen heb ik me dat eigen gemaakt.
Op mijn veertiende ging ik bij Electro Smit Slikkerveer werken. Daar leerde ik Henny Put kennen.'
Uit welke personen bestond The Jumping Dynamites toen je als drummer werd gevraagd?
'Henny Put, sologitaar, Bram Brouwer, slaggitaar, Teun ("De Neus") Bijkerk, basgitaar en Huug Stolk
drums. Met zang van Leen Huijzer. Die kennen we nu allemaal als Lee Towers.'
Hoe vond je het dat Huug Stolk als drummer weg moest?
'Ik was toen vijftien jaar. De anderen waren zo'n twee jaar ouder. Ik vond het best zielig dat hij moest vertrekken. Huug beviel niet, begreep ik. Volgens mij had hij al wel zo'n beetje verkering in die tijd. Leen zei steeds: "Het moet goed wezen." Net als Leen vond ik het belangrijk dat er twee keer in de week geoefend werd. De familie Bijkerk is voor onze band heel belangrijk geweest. Stel je eens voor: oefenen gebeurde bij hen thuis aan de Molendijk in hun kleine huiskamer. Vader en moeder Bijkerk deden alles voor ons. Teuns vader was ook onze manager en chauffeur. Als we terugkwamen van optredens stond er altijd een pannetje soep dat Teuns moeder gemaakt had, kiaar. Dat noem ik nog eens opoffering.
We speelden op zaterdag. Op zondag mocht Henny Put dat niet. Onze kleine versterkers zaten omdat Teun timmerman was, keurig opgeborgen in houten kisten. Zo ging dat. Je kwam altijd geld te kort.
Maar al dat oefenen en optreden maakte ons beslist beter. Mijn vader raadde aan om noten te leren, verder te studeren. Bij zijn band The Melody Makers speelde Ernst Racké, de broer van Fred Racké, een bekende sportjournalist toentertijd. Ernst was muziekleraar. Hij wilde Teun, Bram en Henny best les geven. Hij leerde ze meerdere akkoordenschema’s. Daardoor werd onze muziek ingewikkelder, professioneler. We hadden optredens in onder andere Alblasserdam, Gemert, Rozenburg, Rotterdam, Heerjansdam, Maasdam. We konden het gelukkig ook altijd goed met elkaar vinden.'
Dick de Winter.
Vervolg Rock en Roll met The Jumping Dynamites deel 2.