Boven (vlnr): Trainer de Boer, Dekker, Schipper, Monster, Schouten, Mak en grensrechter Oudheusden. Onder Rijsdijk, In't Veld, Van Loon, Brouwer en Vlegaard.
Landstitel voor RWK alles viel op zijn plaats
RIDDERKERK
Het besef dat het wel eens een heel mooi voetbaljaar zou kunnen worden, kwam gaandeweg het seizoen, toen de winstpartijen elkaar in rap tempo opvolgden. Het vertrouwen bleek terecht. In mei 1967 pakte RWH in het district West de titel in de tweede klasse, toen nog de hoogste afdeling in het amateurvoetbal. Niet veel later volgde na een hele competitie met Huizen, DOVO en WHC ook nog de landstitel.
ROB WEEDA
Een levensgrote elftalfoto sierde bijna een halve eeuw geleden op het Ridderkerkse Raadhuisplein de gevel van de HEMA. 'We wensen jullie veel succes' luidde de tekst die de Hollandsche Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam er samen met het plaatselijke kledingmagazijn Groenen onder had laten zetten. Na de behaalde landstitel werd de tekst gewijzigd.; 'Groenen en HEMA wensen u proficiat', spatte het van de muur. „Misschien niet het beste elftal dat de club ooit heeft gehad, maar voor dïe tijd hebben we - mede door het geweldige werk van onze inmiddels overleden regelneef Bas Verveer - wel een paar fenomenale prestaties neergezet," zeggen Bas Huizer (74), Han van Loon (71) en Lam Mak (74). „Het elftal was als een legpuzzel," zegt Huizer. „Alles paste."
„Met eenheid, snelheid en techniek als sleutelwoorden," vult Van Loon aan.
„We speelden al van jongs af aan samen, we wisten precies wat we aan elkaar hadden," zegt Mak. Met veel hilariteit en anekdotes beschrijven de helden van weleer het elftal van toenmalig trainer Henk de Boer. „Doel: Arie Rijsdijk" opent Huizer, die zijn plaats als veelscorende spits als gevolg van een ernstige enkelblessure definitief kwijtraakte aan de eveneens zeer trefzekere George in 't Veld. „Wereldkeeper. Arie kwam van Slikkerveer. Was samen met Willem Schipper (kwam van Pelikaan) één van de twee 'buitenlanders' Arie schoot in vier seizoenen negentien van de twintig aan RWH toegekende strafschoppen binnen." „Als er een tegenstander was doorgebroken, liep hij - de armen gespreid -soms zijn doel uit. 'Stop maar, er is al gefloten,' riep hij dan. Ja, dat heeft punten opgeleverd," klinkt het schaterend.
„Arie Dekker - overleden - was achterin onze terriër. Technisch niet groots, maar niet te passeren. Deelde
uit en incasseerde. Lam," wijst Van Loon daarna op Mak”,stond samen met Arnold Monster centraal achterin. Hoge beginsnelheid, opbouwend heel sterk."
„Arnold was de locomotief," zegt Mak. „De rots in de branding. De ballen die hij miste, pikte ik op." „Linksback Willem Schipper," sluit Van Loon de defensie af. „Technisch sterk. Vaak opkomend."
Architect
„Aanvoerder Cor Vlegaard," vervolgt Huizer. „Overleden. Spijkerhard, groot spelinzicht. Liep samen met lange Jan Schouten en Han van Loon op het middenveld. Jan was de harde werker, Han de architect. De man van de ideeën, altijd aanspeelbaar en altijd een paar zetten vooruit denkend." „Voorin zorgden de snelle Kees den Hartogh, George in 't Veld - hij stapte later over naar de Utrechtse eredivisionist DOS - en Peet Brouwer voor de doelpunten. Peet stond altijd scherp, lacht Van Loon; „Hij presteerde het eens om 38 keer in een wedstrijd buitenspel te staan!"
„Henny Held (overleden) was onze reservekeeper, de technisch begaafde Joop Huizer was eigenlijk onze enige vaste reserve."
„Onze competitiewedstrijden speelden we steevast voor 1000 a 1500 man " zegt Mak „De drie thuiswedstrijden om de landstitel werden gezamenlijk bezocht door 15.000 (!) toe schouwers. Naast de hoofdtribunes werden van boerenkarren en veilingkisten noodtribunes gebouwd." „Op een platte vrachtwagen ging het na het behaalde kampioenschap naar café Sport op het Raadhuisplein. De oprichter van de club - Piet Heijman - was de uitbater van die kroeg. Kregen we een gouden horloge," besluit Mak. „Nou ja goud," zegt Huizer. „Ee klokkie met een gouden kleur. Maar ook mooi, hoor..."