Contact gegevens

Kerksingel 26
2981 EH  Ridderkerk

Email algemeen: info@oudridderkerk.nl

Bankrekeningnummers:

NL40RABO0355484838

NL93INGB0004208049

KvK-nummer: 41126694

RSIN: 009623851

 

Openingstijden:

 

Woensdag 13:30 - 16:30 uur
Donderdag 13:30 - 16:30 uur
Vrijdag 13:30 - 16:30 uur
Zaterdag 13:30 - 16:30 uur

 

Toegang is gratis!

Expositie Agenda.


Donateur worden?


Privacy-verklaring


Deze website wordt gebouwd, onderhouden, gehost en gesponsord door:


 

Damesgroepje Gymnastiekvereniging OKK in 1933. Even geen knellende kledingstukken.

 

De vorige keer heb ik het gehad over mannenkleding van vroeger. Nu komen de vrouwenkleren aan de beurt en ik besef dat ik voorzichtig moet zijn want voor je het weet ben je tegenwoordig een ‘seksist’. Maar ik vertrouw erop dat u wel wat kunt hebben.
Ik heb vijf zusters en die hadden als we naar de kerk gingen op zondag grote witte strikken in hun haar die recht overeind stonden van de stijfsel. De oudere vrouwen deden op zaterdagavond ‘pavillotjes’, repen stof die om bosjes haar gebonden werden, in hun haar om op zondag met krullen rond te kunnen lopen. Ik kan me nog herinneren dat toen ik op zondag 1 febr. 1953, de dag van de watersnood, op dorp liep ik veel vrouwen zag staan die met bezorgde blikken naar het water stonden te kijken met pavillotjes in hun haar. Een kapper was voor veel mensen in die tijd te duur.
Veel vrouwen droegen vroeger een hoed, tegenwoordig zie je bijna alleen nog maar hoeden op zondag bij sommige kerken maar vroeger was dat veel meer algemeen. Ook mijn moeder droeg een hoed als ze naar de kerk ging.
Ook zag je wel eens een vrouw met een vos om haar nek. Ik keek mijn ogen uit toen ik dat voor de eerste keer zag, de huid van een vos met de hele kop met glazen oogjes, gemeen blikkerende tanden, pootjes en een staart die zo heen en weer slingerde om een vrouwennek. Ik denk dat zo’n ding wel duur was. Hoef je tegenwoordig niet meer mee aan te komen want je hebt zo een dierenactivist in je nek. En terecht.
Ook droegen vrouwen vroeger onderjurken en onderrokken die geloof ik jupons werden genoemd. Ik ben op dat gebied geen kenner dus als ik er naast zit hoor ik het wel.
Gaan we nog verder dan kom ik op glad ijs want we komen het korset tegen. Met baleinen om de boel stevigheid te geven want korsetten hadden het soms zwaar te verduren, er moest soms heel wat overtollig vlees in geperst worden. Achterop zaten van die haakjes waar een soort touw door geregen moest worden. Maar volgens mij kon je dat niet alleen doen en moest iemand je daarbij helpen. Of toch? Ja, ik heb het ook maar van horen zeggen deze praktijk is mij bespaard gebleven.
Nog gladder ijs; het gordeltje waar de jarretelles aan vastzaten. Panty’s bestonden nog niet en een nylonkous eindigde, ja hoe zeg ik dat netjes, halverwege het dijbeen maar mocht natuurlijk niet afzakken. Vandaar de jarretelles die je nu alleen nog wel eens ziet als er een show op de t.v. is met danseressen. Een grapje vroeger was dat het merk van de jarretelles er in braille op stond. Ik geef het maar door.
In een nylonkous kwam bij het minste of geringste een ladder en wij hadden aan de Kerkweg een mevrouw, Lijn Visser, die ze er tegen betaling uithaalde. Of beter gezegd; ophaalde.
Kousenbanden nu we toch in die buurt zijn, werden ook gedragen Lekker strak zodat je kousen goed bleven zitten maar er ook een flinke rooie streep op je been kwam (denk ik). In Engeland heb je nog de Orde van de Kousenband en het is een lachwekkend gezicht om een man in een middeleeuws pak met een kousenband om zien lopen. Later kwamen de panty’s en was dat allemaal niet meer nodig maar echt elegant waren die niet  om te zien.
Nog gladder ijs; de directoire tegenwoordig slip geheten. Directoire is een Frans woord dat bestuur betekent. Wie het begrijpt mag het zeggen. Vroeger waren dat enorme lappen textiel met elastiek in de pijpen en ruches, zo heten ze geloof ik, aan de pijpen, maar tegenwoordig soms uit hun krachten gegroeide touwtjes. Lijkt me niet lekker om te dragen. Dat hoef ik dan ook niet.
De petticoat kwam later, zo’n soort onderrok die gezien mocht worden.
Als het koud was droegen vrouwen soms een mof, een soort buis van bont waar ze allebei hun handen instaken. Wij hadden daarover een heel pikant  raadseltje. Het begon met ‘een ding, een ding, een damesding…..’ De rest durf ik op deze plaats niet te vermelden, maar ingewijden kunnen het rijmpje ongetwijfeld afmaken en weten ook het antwoord op dit raadsel. 
Op de fiets hadden mensen ook soms van die handkappen tegen de kou. Wel lastig als je moest bellen en met handremmen had je er ook niets aan. 
Tegenwoordig is de kleding gelukkig wat aangenamer om te dragen maar dat borstrokje met dat konijntje vergeet ik nooit meer evenals die drollenvanger en die kniekousen.
Vooral als het zo koud is als deze winter.