De bij Boele gebouwde "Koningswinter II".
In het Boele-nieuws van mei 1965 troffen we een prachtig verhaal over een verdwenen scheepsbel van de in 1928 bij Boele's Scheepswerven en Machinefabriek B.V. gebouwde Duitse veerboot "Köningswinter II". Afmetingen lengte 40,00 meter, breedte 12,20 meter en holte van 2,31 meter. Opdrachtgever: Kheinfhare Köningswinter.
Het schip werd uitgerust met o.a. een flinke bronzen scheepsbel, die zijn diensten vervullen moest. De scheepsbel werd in het bijzonder gebruikt bij het laten vallen van het anker. Het anker is bevestigd aan een aantal ankerkettingen. De ankerkettingen hebben een bepaalde lengte mede afhankelijk van de grootte van het schip. Tussen de lengtes ankerketting bevindt zich een schakel die herkenbaar wit geverfd is. De kapitein op de brug kan aan het aantal slagen op de scheepsbel horen hoeveel lengtes zijn uitgevierd.
Tweede Wereldoorlog.
Na oplevering van de boot is er nooit meer contact geweest met de rederij. In april 1960 werd een brief ontvangen van de rederij met de vraag, waar de scheepsbel indertijd was gegoten. Ze wilden de bel een ereplaatsje geven in hun kantoor, want er was iets bijzonders mee aan de hand geweest. Na de door ons gestelde vraag waarom ze dat wilden weten, ontvingen wij het volgende verhaal. Tot ver in de Tweede Wereldoorlog heeft de "Köningswinter II" zijn dienst verricht totdat in maart 1945 de Amerikanen voorlopig een eind maakten aan de activiteit van de door ons gebouwde veerboot. Drie voltreffers uit pantserwagens brachten de boot op de bodem van de Rijn, half boven water uitstekend. Amerikaanse soldaten haalden de bel van de boot af, omdat ze die wel konden gebruiken als signaal inrichting op één van hun kraanwagens. Die kraanwagen werd naderhand met andere wagens gestationeerd in de door de Amerikanen gevorderde gebouwen van een bedrijf in Sontra (bij Kassel) waar een zekere mijnheer Schmitz werkte. Deze mijnheer zag op een goede dag de bel aan een Amerikaanse kraanwagen hangen en dacht "Die hebben ze zeker gejat. Ik zal proberen ze dat ding weer afhandig te maken". De Duitsers hadden vooral in het laatst van de oorlog een fijn gevoel van de rechtmatigheid van andermans eigendommen!
Bel voor kerk.
't Was echter een linke boel voor Schmitz. Hij ging daarom niet direct tot actie over, maar wachtte zijn kans af. Die kans kwam toen de Amerikanen een z.g. wagenappel hadden, waar alle wagens geïnspecteerd moesten worden Natuurlijk haalden die Amerikaanse jongens de bel van de wagen af, want dat zou een rare vertoning geworden zijn. .Toen ze hun hielen gelicht hadden zag Schmitz zijn kans schoon en pakte de bel weg. Hij verborg zijn buit in een afvalbak onder lompen en beenderen. Na het ontdekken van de diefstal pakten de Amerikanen een machinebankwerker op, die zij verdachten, maar de man kon bewijzen, dat hij die dag vrijaf had. Enkele jaren later kondigde de pastoor van de gemeente Sondra een collecte aan ten bate van de aanschaf van een klok, die dienst moest doen in een noodkerk. Schmitz, die zich onder het gehoor van de pastoor bevond, herinnerde zich toen plotseling die scheepsbel weer en haastte zich om de scheepsbel weer op te scharrelen en aan de pastoor ter beschikking te stellen. Van 1948 tot 1960 heeft de bel de gelovigen van Sontra trouw opgeroepen om ter kerke te komen. In 1960 werd er echter een nieuwe kerk gebouwd en de klok werd overbodig. De pastoor gaf de bel terug aan mijnheer Schmitz, die inmiddels een hotel bezat. Hij hing de klok daar op.
De "Köningswinter II" is na de oorlog gelicht en verbouwd en kreeg een nieuwe scheepsbel.
Ger de Jong.