Wordt de Singelschool afgebroken?
Geruime tijd is het onzeker geweest of de Singelschool zou blijven bestaan. Het gebouw was in slechte staat en velen vonden het, ten opzichte van andere bebouwing rond de Kerksingel volledig “uit de maat”. De oplossing zou zijn om de school te slopen en te vervangen door drie leuke huizen, die beter in het beeld van dit historisch hart van Ridderkerk zouden passen. De Stichting Oud Ridderkerk heeft zich daar met hand en land tegen verzet, zonder een mening te geven of het gebouw mooi of lelijk was en wel of niet paste aan de Kerksingel. Immers. Het gebouw stond daar al bijna anderhalve eeuw en was heel lang de enige school van het dorp. Generaties Ridderkerkers hadden daar lezen en schrijven geleerd en dat was voor de stichting reden genoeg om het gebouw te willen sparen. Bovendien, u begrijpt het al, zag de stichting goede mogelijkheden om in de oude dorpsschool de felbegeerde Oudheidkamer te realiseren. Daar is hard voor geknokt en het is zeker de verdienste van voorzitter A. Stout dat deze plannen concreet werden gemaakt. Hij maakte de tekeningen en begrotingen. Het idee om in de immens hoge klaslokalen entresols te bouwen was uiteraard ook van hem.
Beleidsplan 1981.
Daarnaast stelde de stichting een ambitieus “Beleidsplan 1981” op. Dit plan kwam tot stand na uitgebreid advies ingewonnen te hebben bij streekmusea in de provincie. Op papier bleek het exploiteren van een Oudheidkamer haalbaar, maar Oud Ridderkerk moest wel erg ver de nek uitsteken. Het aantal donateurs stond in juni 1981 nog maar op 389. Rond die tijd ging zich een meerderheid binnen het ambtelijk apparaat en de politiek aftekenen die de stichting het voordeel van de twijfel gunde om in de Singelschool een Oudheidkamer te starten. De directeur van Gemeentewerken, de heer ing. A. Bos adviseerde het college van Burgemeester en Wethouders om deze stap te doen.
Een zwaar traject.
In het traject naar een definitieve beslissing van de gemeenteraad over het toewijzen van de school moest zwaar onderhandeld worden. Dit leidde tot de principeovereenkomst dat de gemeente de buitenkant van het gebouw zou opknappen, maar de binnenkant van de school, inclusief de aanleg van een verwarmingsinstallatie, de elektrische installatie, de zoldervloer, de trappen, de entresols, het keukentje en de toiletten, zouden voor rekening van de Stichting Oud Ridderkerk komen. Bovendien eiste de gemeente dat zulks financieel haalbaar zou zijn. Immers er waren ook andere welzijnsorganisaties die een oogje hadden laten vallen op een opgeknapte Singelschool. Deze instellingen hadden echter weinig trek om zelf de verbouwkosten op te hoesten.
Wij moeten onze eigen broek ophouden.
Voorzitter Stout sprak het bestuur ferm toe met de woorden: “Wij moeten onze eigen broek ophouden”. En archivaris Van der Blom sprak wijs: “Laten wij niet versagen” en stak een verse pijp op, wat nog mocht in die tijd. Dit was de start om ernst te maken met het vergaren van geld en goederen om Ridderkerk en de Ridderkerkers een Oudheidkamer te schenken.
De begroting om de binnenkant van het gebouw op te knappen en te verbouwen tot museumruimte kwam uit op f. 100.000. Het bestuur heeft de gemeente kunnen overtuigen dat dit bedrag uit eigen middelen kon worden opgebracht en uiteindelijk besloot de gemeenteraad op 21 december 1981 dat de Singelschool zou worden toegewezen aan de Stichting Oud Ridderkerk onder de hierboven beschreven voorwaarden.
Nu, ruim 35 jaar later, is het museum aan de Kerksingel niet meer weg te denken uit de Ridderkerkse gemeenschap en wordt nog steeds financieel in stand gehouden door voornamelijk de vele donateurs en sponsors.