Een van de nuttigste dingen die je op school leert is lezen. Ga maar na wat voor een oneindig grote wereld er voor je open gaat als je kunt lezen. Ik ben altijd al dol op lezen geweest en zodra ik op school lezen geleerd had stortte ik mij op alles wat er maar te lezen viel “rijp en groen”. Ik herinner mij één van de eerste leeslessen met; “O oom, een aap”.
Vroeger kreeg je bij verschillende artikelen die je kocht plaatjes die je kon sparen en in een album plakken. Ik herinner mij nog levendig dat ik bij mijn oma een boekje zag van kabouter Piggelmee met zijn vrouwtje die in de duinen in een keulse pot woonde. (Jaren later heb ik pas begrepen dat het woord Piggelmee afgeleid is van Pygmee, de stam van de kleine mensen in Afrika). De plaatjes die je in dat boek kon plakken kreeg je bij van Nelle koffie en thee. In het boekje werd ook driftig reclame gemaakt voor die koffie en thee, het echtpaar Piggelmee was er dol op!!
Het begon zo:
'In het land der blonde duinen
En niet heel ver van de zee
Woonde eens een dwergenpaartje
En dat heette "Piggelme"
't Waren heel, heel kleine menschjes
En ze woonden - vrees'lijk lot,
Want ze hadden heel geen huisje
In en ouden, keulschen pot'.
Tegenwoordig noemen wij dit dat alternatief wonen maar in mijn jeugd heette dat nog ‘een vrees’lijk lot.’ Prachtig vond ik het, het was alleen jammer dat het zo zielig afliep omdat het vrouwtje van Piggelmee een beetje te veeleisend werd toen er een tovervis opdook die wensen kon vervullen. Maar een geluk bij een ongeluk was dat ze van Nelle koffie hadden en dat vergoedde veel, zo niet alles.
Een neef van mij had veel boekjes van “In de Soete Suyckerbol” en “Flipje van Tiel” die je kon sparen op bonnetjes die op de Betuwejam zaten. Dan had je ook nog boekjes over Arretje Nof, “Het Toverkruid” die je, geloof ik, weer bij Gala koffie en thee kreeg. Ik kreeg een keer voor Sinterklaas een album over schepen “Het zeegat uit”. De plaatjes daarvoor zaten in beschuitrollen van Hooimeyer uit Barendrecht. Maar het kan ook Verkade geweest zijn, dat weet ik niet precies meer. Dan waren er ook nog boekjes van Pieter Pelle op zijn Gazelle (fiets).
Als wij op zaterdag ons zakgeld kregen verkwanselden wij dat vaak aan kauwgom. Daar zaten plaatjes in van filmsterren als Roy Rogers, Esther Williams en Rita Hayworth. De namen zegden ons niets. Televisie was er nog niet en die enkele keer dat wij in Rotterdam film zagen was dat in de Cineac aan de Coolsingel waar we meestal twee rondes bleven zitten om zo veel mogelijk waar voor ons geld te hebben. Ik hoor die prachtige Polygoonstem van Philip Bloemendaal nog als ik er aan denk.
Ook waren er nog boekjes van Peter Olie over de Olieman van de Automaat. En natuurlijk, ik kwam tenslotte uit een christelijk milieu, boeken van W.G. van der Hulst als: “Het weggetje tussen het kooren”, De booze koster (en morgen is het Zondag) , “De wilde jagers”, “Jaap en Gerdientje” en toen ik wat ouder werd boeken als “Willem Wijcherts” en “De scheepsjongens van Bontekoe”.
Later las ik stripboeken als “De Gouden Gaper”.
Toen ik op de Dr. Kuyper MULO zat was het verzamelen van stripboeken een ware rage. Het was alleen wel verboden om ze op school in bezit te hebben, waarom weet ik niet. Misschien wel omdat er toch vaak geweld in voor kwam. Toen ik wat ouder werd kwamen de boeken van Willy van der Heide , de “Bob Evers” serie zoals “Tumult in een toeristenhotel”, “Kabaal om een varkensleren koffer” of “Drie jongens op een onbewoond eiland”. De serie bestond uit 32 boeken dus daar kon ik wel mee vooruit.
Maar dat was allemaal niet genoeg en dus ging ik elke week met mijn neef vaar boekhandel Put op Slikkerveer die ook een bibliotheek had om een boek te lenen, meestal een cowboy roman over stoere, feilloos uit de heup schietende, mannen die veedieven, indianen of ander gespuis achterna zaten.
Ik had een hele serie boekjes van “Eric de Noorman”, die volgens mij nu nog bestaan. Ook een bekende was “Kapitein Rob” van Pieter J. Kuh naar wie nog een straat in Almere is genoemd. Rob voer met zijn zeilschip “De vrijheid” de hele wereld rond in gezelschap van zijn hond Skip en beleefde daarbij allerlei spannende avonturen.
Dan waren er ook nog boekjes van “De onbekende stille” en natuurlijk, hoe zou ik het kunnen vergeten van “Kick Wilstra, de wondermidvoor” waarvoor volgens mij Abe Lenstra de legendarische Friese voetballer model gestaan heeft. Ook populair waren die kleine beeldromans van Dick Bos geschreven en getekend door Alfred Mazure, aangeduid als –MAZ-. De beeldromans van Dick Bos waren kleine boekjes van ca. 7x11cm. Ik herinner me een keer dat een leraar iemand voor de klas riep om zo’n boekje af te geven. Hij moest zijn zakken leegmaken maar het boekje kwam niet te voorschijn hoewel hij er wel een had. Op het schoolplein vertelde hij ons dat hij het boekje in de opgerolde mouw van zijn overhemd verstopt had.
Dick was een detective, altijd keurig in het pak met zeer brede schouders die op de meest hachelijke momenten nog humoristisch was. Ik herinner me een avontuur in een Chinese wijk waarbij een buigende Chinees tegen onze held zegt “Kom binnen en verblijdt deze ellendige ruimte met uw geurig aanwezen”. Bos stapt binnen en de Chinees wil hem in een kelder duwen waarop Bos zegt “Hee, niet duwen jij dikkerd” en de man tenslotte met een geweldige judogreep in zijn eigen kelder gooit waarbij na deze heldendaad zelfs Dick’s stropdas nog keurig recht zat.
Helaas heb ik in een vlaag van geldnood op een gegeven moment alle stripboeken verkocht waar ik u nog spijt van heb. Maar ja, gedane zaken nemen geen keer.
Ik denk wel eens, “als ik voor elk boek dat ik tot nog toe gelezen heb, een euro zou krijgen, ik stil op de Bahama’s zou kunnen gaan leven”. Maar daar schijnen ze geen Nederlandse bibliotheken te hebben dus blijf ik toch maar hier in Ridderkerk waar een prachtige Bieb is.
Want lezen is heerlijk.
Teun Rijsdijk.