Punt goed voor een punt.
Leo (2e van links) is ‘onderweg’. Dan wordt verdedigen pas echt lastig! Frank Schuring, Johan Fokkens, Jacco Kooijman (diens blonde kop nog net zichtbaar), Roy Schuring en Michel Brouwer zijn de andere gepassioneerde Slikkerveer-spelers.
Zondag 16 februari 1992.
Slikkerveer speelt op een drijfnat Reijerpark tegen de mannen van Groei En Roem Moeten Immer Naar Ambitie Leiden. In de voetbalvolksmond beter bekend als: Germinal! De thuisploeg staat er in de huidige competitie niet al te florissant voor. Er moet met een schuin oog naar beneden gekeken worden. Vanmiddag mag er zeker niet verloren worden tegen een nóg lager geklasseerde tegenstander. Maar ten tijde van deze fotoreeks staan de bezoekers wel op een 0-1 voorsprong omdat aanvaller Richard van de Graaff doelman GertJan Brouwer al na 4 minuten spelen weet te foppen. De ‘bewegende’ beelden nemen ons mee naar circa een kwartier voor sluitingstijd. Slikkerveer krijgt een hoekschop te nemen. Aanvoerder Harry Verveer gaat het speeltuig met veel gevoel aansnijden en kijk eens wát een drukte en concentratie. Vijf roodhemden wachten waar de bal gaat vallen, maar ééntje heeft sneaky een diepgaande loopactie ingezet.
Leo Punt.
Het is de 2e van links: Leo Punt. Leo demonstreert hier hoogstpersoonlijk dat lopende mensen in de zestien moeilijk te verdedigen zijn. Het resultaat zal binnen enkele seconden zichtbaar worden.
Leo is goed naar de bal blijven kijken en uit de ruggen van enkele Germinal-verdedigers opgedoken. Een schoolvoorbeeld van: ‘jezelf in de juiste positie manoeuvreren. Waar de Germinal-keeper is gebleven is me een raadsel. Michel Brouwer rechts naast Leo weet dat dit juichen gaat worden! Scheidsrechter Kroon kan geen betere positie innemen als waar hij nú staat (gedeeltelijk zichtbaar achter de tweede paal). De bal moet alleen nog geheel over de lijn rollen maar foto 3 toont hierna feilloos aan dat elke vorm van doellijntechnologie bij dit fragment verspilde tijd is. Leo Punt heeft altijd voor Slikkerveer gespeeld: „Ik heb denk 10 seizoenen in het eerste gespeeld. Ik had geen verfijnde techniek maar was met mijn lengte (1.90) nog best snel en ook kopsterk. Mijn opdracht luidde voornamelijk: spitsen uitschakelen! Maar met cornerballen en vrije trappen kwam ik wel vaak in de zestien van de tegenstander.”
Rugnummer 12.
Had je een voorkeur voor nummer 12? „Ja dat rugnummer was wel een bewuste keuze.
Het was een beetje mijn geluksnummer,” aldus de jarenlange, stille kracht van Slikkerveer, die ooit werd gehuldigd voor zijn 250e wedstrijd in de hoofdmacht. In de uiteindelijk 1-1 kwam geen verandering. Opmerkelijk feit is dat Leo één week eerder Slikkerveer, in blessuretijd nog wel, naar winst schoot in het uitduel bij en tegen Dubbeldam (1-2). Nú was hij de maker van de ultieme deling. Heerlijk om zo’n mannetjesputter in je ploeg te hebben.