Bijna weggespoeld op de pier van Hoek van Holland.
De vakanties uit mijn vroege jeugd beperkten zich tot ‘daagjes uit’.
Mijn eerste herinnering is een dagje naar de veemarkt in Rotterdam, waarschijnlijk omdat mijn vader bij slagerij Bol op de Ringdijk werkte, naast het pand waar nu Henk van Os zit. Omdat het in die tijd in Rotterdam verplicht was op de bagagedrager een rugsteuntje te hebben als je kinderen vervoerde maakte mijn vader van een paar dunne plankjes een provisorisch steuntje. Mijn moeder is eens een keer met fiets en al van de roltrappen in de Maastunnel gevallen waarvoor de trappen zelfs stil gelegd moesten worden, na die tijd fietsten wij om over de Maasbruggen. Dat was jammer want in de Maastunnel ging je het eerste stukje zo lekker hard en kon je zo leuk schreeuwen met echo.
Op de veemarkt keek ik als kind mijn ogen uit. Mannen in lange vieze geelbruine stofjassen met wandelstokken in de hand, dikke sigaren in en platte petten op het hoofd, sloegen elkaar om de beurt op de handen terwijl ze onverstaanbare woorden mompelden. Soms dacht ik dat ze echt ruzie hadden, maar dat leek maar zo, zei mijn vader.
Als we daarna in ‘Het Zeeuws Koffiehuis’ wat gingen drinken zag ik aan tafels om me heen dikke pakken geld van eigenaar verwisselen. Alles werd daar nog handje contantje afgedaan. Ik denk dat de uitdrukking ‘zwart geld’ toen nog niet bestond.
Maar dan alleen de uitdrukking.
Daarna gingen we naar de gewone markt wat ook een belevenis voor me was. Vooral als er standwerkers luidkeels hun waren aan stonden te prijzen. Daar waren echte artiesten bij die zo goed waren dat je je stom voelde als je niets bij hen kocht. Er was er een, herinner ik me, die voordeed hoe hij midden in de nacht met een grote zak op zijn rug scheermesjes uit België smokkelde om ze in Rotterdam goedkoop aan te kunnen bieden. Lowieke noemde hij zichzelf.
Ik dacht dat hij de waarheid sprak maar mijn vader hielp me ook uit die droom.
De cineac op de Coolsingel was ook een belevenis. Soms bleven we zo lang zitten dat we het hele programma, dat naar ik meen ongeveer drie kwartier duurde, twee keer zagen. Steeds als ik oude Polygoon journaals zie en die prachtige stem van Philip Bloemendaal hoor, moet ik daar weer aan denken.
In de zomervakantie gingen we soms naar het strand met een bus van Ringelenberg of de Snelle Vliet. Die vertrok uit Rijsoord met bestemming Rockanje of Hoek van Holland. Hoek van Holland had mijn voorkeur vanwege de pier. Meestal gingen we alleen met onze moeder en een tante met haar kinderen omdat de mannen werkten. Vaak kwam ik verbrand thuis want zonnebrandolie hadden we niet en ik heb een nogal gevoelige huid, die volgens mijn vader soms ook erg dik kon zijn.
Ik had als klein kind een door mijn moeder zelf gebreid zwempakje, een soort rompertje, dat als je het water uitkwam opeens minstens 5 maten groter leek te zijn dan wanneer je het water inging. Het pakje had verschillende kleuren omdat op ongelegen momenten de wol op was en er met een andere kleur verder gebreid was. Mijn moeder en vader zwommen niet, ze konden het niet eens. Mijn moeder liep een eindje het water in trok haar rok een klein eindje op en dat was het.
Tot het volgende jaar maar weer, zee.
Teun Rijsdijk.