Een naargeestige foto uit 1920 tengevolge van een grote brand.
In de vroege morgen van 21 maart 1920, trof de Gemeente een ramp. Doordat, in de Ned.Herv. kerk, het vuur in een niet uitgedoofde stoof vlamvatten, brandde in enkele uren de kerk geheel uit. Slechts de muren en de toren (zonder spits) bleven overeind.
Met het interieur ging de uit 1669 daterende preekstoel verloren alsmede het grafmonument van de familie Groenix uit 1758.
Dit monument bevond zich in het voormalig koor. De steen ervan vermelddede volgende tekst:
"Al wie zich in het hart verheugd
om edelmoedichheyt en deugd,
Treed vrij maar met veer eerbied nader.
Hier wordt het overschot bewaerd,
van Otto Groenix, eel van inborst,
gul van aard.
Die door veel ambachten eer en achting heeft vergaert.
Doch meest als Burgervader".
Ook uit de 1480 daterende klok, gegoten door Steven Butendyc ging verloren. Tot noodkerk werd de vlasschuur van ouderling C. Kranendonk in de kerksingel ingericht, die aan zo'n 800 mensen plaats bood (een prachtige afbeelding hiervan vindt U in het boek Selectie Ridderkerk door J. v. d. Es). Precies 1 jaar later werd de gerestaureerde kerk weer in gebruik genomen. In het z.o. portaal van de kerk bevindt zich een gedenksteen. Tevens werd het inwendige van de kerk gewijzigd en de noordzijde van een uitbouw voorzien. Het kerkorgel werd in het koor geplaatst (boven het voormalig grafmonument). Aan de zuidzijde- werd een vergaderruimte aangebouwd. Naar aanleiding van de brand, gaf de toenmalige predikant Ds. H.H. van Ameide een leerrede uit over psalm 84 vs. 6-8. De baten hieruit kwamen ten goede aan de wederopbouw van de kerk. De foto toont U het trieste aanzicht van de kerk zoals het er na de brand uitzag. De klok welke toen nog uit het hart van de toren was geplaatst is om 5.40 uur stil blijven staan.
Dit artikel uit het archief van de Stichting Oud Ridderkerk werd in 1981 geschreven door J.D.van Rikxoort.