Het zal je als scheepmakerbaas maar gebeuren dat je op 36-jarige leeftijd opdracht krijgt om nieuwe onderdelen van het vak bij een ander te gaan leren en dat je daarom met je vrouw en 5 kinderen moet verhuizen van Lekkerkerk naar Vlaardingen. Maar plichtsgetrouw voldoet Aart Ligthart aan de wens van de baas en vestigt zich op 11 maart 1868, met zijn gezin, in Vlaardingen. Hij vindt werk op de scheepswerf van de Gebr. Van der Windt. Zijn oudste, toen 12-jarige, zoon Aart Ligthart ging naar zee om haring te leren vangen.
Onbekend is op welke termijn Joost Pot van plan was zich definitief in Vlaardingen te gaan vestigen. Maar dat kon natuurlijk geen kwestie van 10 jaar zijn, hij kwam ondertussen ook al aardig op leeftijd. Hij was inmiddels 56 jaar geworden.
Ongeveer 3 jaar later, omstreeks 1871, heeft hij zoveel nuttige en gunstige informatie verzameld, dat Joost Pot de uitdaging aandurft om in Vlaardingen een visserijbedrijf te gaan stichten. Hij heeft nu echter nog één probleem: hoe haalt hij het meeste rendement, zowel financieel als privé, uit de verkoop van zijn huidige werf te Slikkerveer?
Dan brengt een liefdesaffaire alles opeens in een stroomversnelling.
Piet Smit Jr (1848-1913), de latere eigenaar van de scheepswerf Piet Smit Jr, heeft trouwplannen met een nichtje van Joost Pot. Ze heet Johanna Smit; ze is een dochter van zijn jongere zuster Johanna Pot die in 1835 getrouwd was met Jan Smit.
Piet Smit Jr heeft ondertussen al veel van de wereld gezien (onder andere New York) en oriënteert zich waar ter wereld hij het beste een scheepsbouwonderneming kan stichten. Hij heeft recent zijn oog laten vallen op Canada en wil zich daar, met zijn toekomstige vrouw, voorgoed vestigen. Niks mis mee, zou je zeggen. Nee, ware het niet dat hij de oudste zoon van Joost Pot, Arie Pot, gevraagd heeft met hen mee te gaan naar Canada. Zoon Arie Pot heeft daar wel oren naar. En daar zit hem precies nou de pijn bij vader Joost Pot. Want - zo blijkt uit de memoires - zoon Arie is, op organisatorisch gebied, de meest begaafde zoon van Joost Pot. Hij kan zoon Arie straks in Vlaardingen absoluut niet missen!
En dan, op het juiste moment, heeft de slimme zakenman Joost Pot een geniale ingeving.
Joost Pot weet Piet Smit Jr namelijk te verleiden om niet naar Canada te vertrekken. Hij doet dat door hem zijn werf in Slikkerveer aan te bieden (voor een vriendenprijsje van 12.000 gulden). Piet Smit Jr gaat daar op 31 augustus 1871 op in én zoon Arie Pot blijft dus bij vader en moeder Pot en, heel belangrijk, blijft dus behouden voor het familiebedrijf der Potters. Voila!!
De rest van dit verhaal is niet zo belangrijk meer in dit relaas over het hoe en waarom Joost Pot naar Vlaardingen vertrok. Maar ter afronding toch nog de volgende opmerkingen.
Op 25 oktober 1871 komt er bij de gemeente Vlaardingen een verzoek binnen van Joost Pot om daar een scheepstimmerwerf te mogen aanleggen. De aanvraag wordt positief beoordeeld en de bouw van de Vlaardingse scheepswerf neemt een aanvang.
Vlak voor het vertrek naar Vlaardingen, op 26 september 1872, vindt dan het huwelijk te Ridderkerk plaats tussen, neef en nicht, Piet Smit Jr en Johanna Smit.
Een paar dagen later – op 29 september 1872 - vertrekt Joost Pot uit Slikkerveer en vestigt hij zich, met zijn gezin, in Vlaardingen. Hij is dan bijna 61 jaar!
Joost Pot wordt, logischerwijs, in Vlaardingen heel sceptisch benaderd door zijn concurrerende Vlaardingse collega’s. Hoe kan een buitenstaander het nou aandurven om een visserijvloot in Vlaardingen op te zetten? Hij krijgt daarbij al snel de smalende bijnaam “De Slikkerveerse boer”. Binnen een aantal jaren heeft hij echter een florerend bedrijf op poten gezet dat, qua omvang en omzet, alle Vlaardingse bedrijven de baas is. Het wordt de grootste visserijvloot van Vlaardingen en omstreken! Op 18 februari 1888 overlijdt hij te Vlaardingen als een welgestelde reder.
Ik eindig met een veelzeggend citaat uit de memoires van Joost Frankzoon Pot.
Met belangstelling, ja nieuwsgierigheid, keken de Vlaardingers toe, wat daar ging gebeuren en de bedrijfsmensen van de visserij schudden bedenkelijk het hoofd, toen zij vernamen dat de op stapel staande schepen visloggers werden, die door de nieuwe ondernemer zelf geëxploiteerd zouden worden. De eerste indruk was, dat daarvan niets terecht zou komen, vooral toen de nieuwe reder, die uit “het achterland afkomstig was” lóggers bouwde in plaats van hóekers, waaruit tot nog toe de vloot van Vlaardingen had bestaan.
Maar Joost Pot wist wat hij wilde. Zeide ik reeds dat hij al tal van jaren zich op het haringvisserijbedrijf van Slikkerveer uit had georiënteerd en zich toen reeds had voorgesteld om eenmaal, aan de avond van zijn scheepsbouwers loopbaan, een visserijbedrijf te kunnen beginnen, het bedrijf, dat altijd zozeer zijn belangstelling had gehad.”
Met dank aan de heer Joost Pot te Rijsoord.
Sim Mostert.