Winkels aan de Koninginneweg. In één van deze winkels was in de het begin, omstreeks 1955, de winkel van Plaisier gevestigd.
In 1948 ben ik gaan werken bij van der Schee, carrosserie- en wagenbouw ook aan de Smeetslandsedijk. Die zat in de oude openbare school waar de klassen uitgebroken waren en waar hij voor de oorlog al begonnen was met zijn bedrijf. In de oorlog was er een bom op gevallen en na de oorlog is daar een nieuwe loods gebouwd. Wij knapten veel oude bussen op, b.v. van de Jong Tours hebben we er ook nog drie gehad, van die oude potvissen. Maar ja, er was niks nieuws te koop dus je moest wel. Toen zijn er al snel oude legerwagens uit de dump gekomen die omgebouwd werden. Ik heb toen nog twee winters op de lasschool gezeten waar ik lassen geleerd heb.
Op zaterdag en zondag had je in Ridderkerk wat ze noemden ‘de wijvenmar(k)t’ . Dan liep dat daar vol met jongens en meiden. Daar liepen ook twee politieagenten heen en weer om de orde te bewaren Dat ging week in week uit door, heen en weer lopen tot een uur of tien. Die markten had je overal in de omgeving, ik ben nog wel eens naar Numansdorp geweest, op de fiets, ’s middags al weg.
In Ridderkerk ben ik tegen mijn vrouw aangelopen die aan de Mauritsweg woonde; Wil Plaisier een dochter van de melkboer. Het was een gezin van acht meiden en een jongen. Twee jaar later zijn we getrouwd en zo ben ik van lieverlee in de melk terecht gekomen. Opa Plaisier had nog met een hondenkar gereden; olie en wasmiddelen, daarna is mijn schoonvader begonnen met kachelhout en karnemelk. Hij had een wel aan de overkant van de Pruimendijk in een sloot waar hij de melk koelde. Later kocht hij melk bij de boeren, b.v. Piet Visser en v.d. Vorm en die melk karnde hij zelf. Van lieverlee heeft hij dat zaakje uitgebreid en omdat zijn enige zoon geen zin had om in de melk te gaan vroeg mijn schoonvader of ik er niks voor voelde. Dat heb ik toen gedaan
Mijn schoonvader is toen verhuisd naar Ridderkerk, hij heeft nog een winkel gehad op het Raadhuisplein tussen de Coöperatie en Slager Lodder.
De melkzaak aan de Mauritsweg was aan het einde tegen het plantsoentje aan. Daar was ook een garage bij die mijn schoonvader eerst heeft verhuurd aan Henk van Ooyen, die op markten stond en daarna is Rinus Sanders er in gekomen met een boekwinkeltje. Hij reed zelf met een lelijke eend met de leesportefeuille. Zijn vrouw stond in de zaak en ze woonden in het plantsoentje vlakbij. Daarna heb ik het verhuurd aan Rob van Werkhoven de latere Mitsubishi dealer, die daar auto’s repareerde en uitdeukte.
Er waren in die tijd veel melkboeren maar die zijn allemaal verdwenen; Jo van der Ent, Bas Nugteren, Job Vlasblom, Bendeler, Wijn de Snoo, Klaas Aandelwiel. Dat waren gouden tijden, er waren nog geen cash and carries met dumpprijzen of Albert Heijn. En er was veel nieuwbouw dus we hadden de wind wel in de zeilen. Op zaterdag verkocht ik zestien bussen melk en drie bussen karnemelk van 40 liter. Dat is wel 760 liter melk. Die melk moest gekookt worden anders was het de volgende dag zuur. De melk kwam van Sterovita in IJsselmonde. Als ik de melk zelf afhaalde kreeg ik afhaalloon, dan was het goedkoper omdat ik het zelf afhaalde. Daar ging ik ’s morgens om half vijf naar toe. Toen kon je van de Mauritsweg zo de Rijksweg op en op IJsselmonde er weer af, je was er in een paar minuten. Later kreeg je melkcontainers die bezorgd werden. Die kwamen ze ’s nachts, ze gooiden ze gewoon van de auto af. Er was een melkboer waar ze gelost hadden waar geen tegel meer heel was want die bussen wogen zo’n 45 kilo. Het was makkelijker als je een tuin had want dan vielen ze wat zachter.
In 1978 ben ik verhuisd naar de Mauritsstraat omdat het verkeersplein van de Rijksweg aangelegd werd en er veel huizen van de Mauritsweg afgebroken moesten worden.