De jonge Bas Gielen in de winkel van zijn vader in de Majubastraat 3 in Bolnes, circa 1967.
Hoe zag je werkweek eruit?
"Op maandag, dinsdag en woensdagmiddag werkte ik 'aan de weg' in Bolnes. Op donderdag, dat was eigenlijk mijn vrije dag, ging ik 's nachts om 4 uur naar de Groothandelsmarkt in de Spaanse Polder. Daar kocht ik in. En op vrijdag en zaterdag zat ik weer 'aan de weg'. Toen serviceflat De Noordhave in 1973 gebouwd werd nam ik die er ook bij. En ik had wat klanten in de flats aan de Rijnsingel. De mensen kwamen vaak zelf naar beneden.
In het begin werkte ik voor mijn vader. Zeker tot mij 27ste. Mijn jongste broer werkte bij mijn vader in de winkel. Toen vader stopte nam ik de winkel en het pakhuis over. Mijn twee oudere broers waren uit de venthandel gestapt. Die wilden voor zichzelf werken. De oudste begon een patatzaak. Mijn andere broer vertrok naar Slikkerveer. Hij begon aan het Churchillplein een groentezaak.
Mijn jongste broer bleef bij mij in dienst in de winkel. En ik werkte langs de weg. Waarom zou ik er mee stoppen? De omzet was goed. De winkel heb ik zo'n vier jaar gehad. Tot het terugliep. Het was een buurtwinkel. Ik moest heel wat producten aanhouden. Bovendien kwamen omstreeks 1970 de buurtsupers, de cash&carry bedrijven, op. Dat was mede een oorzaak. Ik heb de winkel toen afgestoten. Mijn broer had toen geen werk meer. Hij is - we hebben het samen goed geregeld - bladenman geworden."
Wat deed je als je griep had?
"Ziek zijn? Dat kon je niet. Met griep liep ik door. Ik heb gewoon mazzel gehad. Ik heb een goede gezondheid. Een keer ben ik aangereden door een vorkheftruck. Mijn been kwam eronder. Hij had me - en ik hem - niet gezien. Ik was zes weken thuis. Gelukkig bleven mijn klanten. Ik was verzekerd. Voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering moest ik wel € 550 per maand betalen. Een heel bedrag. Pensioen moest ik zelf bij een Pensioenfonds onderbrengen. Ik had een WA- en een bedrijverzekering, een inboedelverzekering, ook voor ons koophuis, en een ongevallenverzekering. Dat liep aardig in de papieren."
Waren er meer collega-groenteboeren in Bolnes actief?
"Ja, Kors den Breejen. Die is gestopt toen hij 65 werd. Hij werkte later nog bij mijn oudste broer. Die was met de patatzaak gestopt en zat weer in de groentehandel. Verder waren er nog De Kreek aan het Dijkje, die is later naar Katwijk verhuisd en Huib Andeweg. Ook hij is er mee gestopt; hij werkte daarna bij de Reinigingsdienst. Wat er met Arend Molenaar en Piet Jonker -zijn winkel was bij de werf van Schram in de buurt - is gebeurd, weet ik niet. Zij waren eigenlijk allemaal op leeftijd en de opkomst van het grootwinkelbedrijf zal ook wel een rol hebben gespeeld dat ze stopten. Ja, ik ging door. De laatste jaren in een nieuwe auto, een Ford met een opbouw van de firma Booij.
Hoe het straatbeeld er uit zag die jaren?
Je zag een bakker, en groenteboer, een scharensliep, een melkboer, een visboer, een lompenboer, een schillenboer, een kolenboer en ook wel een slager.Slager Van Dam bracht het vlees met een kar bij zijn klanten in Bolnes. Soms ookzag ik meerdere bakkers en meerdere groenteboeren ineen straat.".
Er waren ook heel wat bakkers. Kan je namen noemen?
"Ja, Bakker Vos, Bakker Vlot, Bakker Toom, Bakker Heykoop, Bakker Woerkom."
Had je vakantie?
"In de jaren 80 konden we twee weken vakantie nemen. Voor die tijd: niks. Wat ik verdiende investeerde ik in het bedrijf en het huis. De laatste jaren konden we gelukkig vier weken met vakantie."
Wanneer ben je gestopt? "Toen ik 57 jaar was ben ik gestopt. Dat had een vervelende oorzaak. In februari 2009 zijn mijn vrouw en ik brutaal overvallen in ons pakhuis. We werden bedreigd met een vuurwapen. Ik werd op mijn hoofd geslagen, geblinddoekt en mijn armen en handen werden vast getapet. Mijn vrouw die eerder in het pakhuis was, hadden ze al vastgebonden. Ze zijn er met geld, wat ik bij me had na een dag werken, vandoor gegaan. Ik ging door, kon moeilijk van het leven als groenteboer afscheid nemen. Maar ik begon over verandering na te denken toen ik bij mijn dochter op haar zaak Kreko - een horecagroot-, handel bij Moerdijk - was. De directeur bood me een baan aan. Na die ellendige ervaring raak je een zeker wantrouwen, als je aan het werk bent, niet een twee drie kwijt. In april 2009 heb ik de knoop doorgehakt. Ik heb het daar best moeilijk mee gehad. Ik kon moeilijk afscheid nemen van mijn klanten. Ik ging wel minder verdienen. In mei begon mijn nieuwe baan. Een heel ander leven. Vaste tijden. De overgang verliep geweldig."
Stel, je mocht het over doen?
"Als ik het ooit over moest doen, dan weet ik het wel: ik zou weer groenteboer willen zijn."
Dick de Winter.