Groentewinkel Jan Klingeman op de hoek Oranjestraat en Amaliastraat  met Jaantje Klingeman-Bulsing en Rookje van ‘t Zelfde.

Ik ben 77 jaar en geboren als de oudste van acht kinderen, waarvan vier meiden. Dat was in Rozenburg, om precies te zijn in Blankenburg, een heel klein dorpje bij Nieuwesluis Heenvliet een eiland van boerderijen. Mijn vader was schoenmaker/zadelmaker. Hij had het erg goed want er woonden allemaal boeren die met paarden werkten en door de zware klei werden de tuigen vaak kapot getrokken. Rozenburg is wel erg veranderd, ik zou er wel willen wonen aan de waterweg waar ze een prachtige flat gebouwd hebben en waar je de boten zo voorbij ziet varen. Wij gingen op school in de Bomendijk en als je van rijke ouders was mocht je zeven jaar op school i.p.v. zes jaar. De familie vond dat ik maar in de huishouding moest helpen maar ik mocht zeven jaar naar school. Ik had een zus die leerde in dat zevende jaar Frans maar wij leerden zinnen ontleden.
Toen ik van school kwam vroeg ik aan mijn moeder; wat moet ik gaan doen?'
'Nou', zei ze, 'ga eerst maar de kamer opruimen en de poezen eten geven en de emmers uitboenen. Maar omdat er thuis meiden genoeg waren moest ik bij een tante gaan werken als 'werkster' zoals dat genoemd werd. Klompen schoonmaken en stoepen boenen en dat soort boerenwerk. Maar dat wilde ik niet. Toen heb ik nog in een winkeltje gewerkt, een zuivelbedrijf, in Rozenburg maar dat was ik gauw zat en toen ben ik via een advertentie in Rijsoord terechtgekomen. Ik had zelf een advertentie gezet in een meisjesblad Bouwen en Bewaren' en daar kwam één reactie op. 
Ik kende mensen uit Rijsoord, onze bovenmeester mijnheer Berkman kwam er vandaan, hij was getrouwd met Mientje van Nes van de arme van Nessen, en vrienden zeiden tegen me; je moet je daar rot werken' maar ik wilde van het eiland af. Dat was in 1933 en dat was heel wat voor die tijd als je op jezelf ging wonen ergens anders. Ik ging werken bij bakkerij van der Linden, onder Rijsoordenaars bekend als 'Leen de Krent'. Er waren in die tijd vijf bakkerijen op Rijsoord; Leen van der Linden, Teun van der Waal, dat was zijn neef, bakker de Kool, bakker Maaskant aan de Pruimendijk en bakker de Geus aan de Noldijk. Bakker de Kool zat in de Rijsoordsestraat in dezelfde straat als van der Waal. Je snapt niet dat ze allemaal een bestaan hadden. Ik heb vijf jaar bij van der Linden boven geslapen en je stikte er van de kou.
Ik wil even de groeten doen aan Arie Klootwijk die altijd als hij voorbijkwam met de driewielerkar even zwaaide. Ik ben heel veel opgetrokken met de familie Groeneveld, Henk, de medeoprichter van de SER kwam als tienjarig jongetje bij mij in de winkel met de jongens van van Splunder aan de Donckselaan en dan kregen ze altijd een snoepje of een koekje. Die familie heeft mij zo goed opgevangen ik ging zelfs met ze op vakantie naar Katwijk op de fiets met de kinderen. Misschien dat Henk met zijn vader met de auto ging, die was directeur bij van Dam. Mijn latere man was groenteboer, hij kwam altijd op zaterdagavond na tien uur, dan was hij pas klaar, in de winkel om te vragen of ik nog iets voor zijn zus had want daar woonde hij bij de familie Nunnikhoven waar nu de Nunnikhof is. In 1937 toen Beatrix geboren is belde hij op en zei; Ko, ga je mee naar Den Haag want ze is geboren.'
Ik zei; ' dat moet ik even aan mijnheer van der Linden vragen. Die vond het goed en zo is het begonnen. Van het een kwam het ander en op 9 augustus 1939 zijn we getrouwd. In Rozenburg wist niemand waar Slikkerveer lag waar een nieuw huis met pakhuis voor ons klaarstond. In Rijsoord woonde vroeger de elite van Ridderkerk, o.a. burgemeester Crezée. (ondertussen wordt er druk gebeld naar de studio door vrienden en bekenden van mevr. Klingeman) Ik heb zoveel vrienden gekregen in al die jaren dat mijn broer uit Hoogvliet wel eens zegt; ik zal er eens een zootje doodschieten.'(grapje)
We waren drie weken getrouwd toen de mobilisatie kwam, mijn ouders waren op bezoek en die konden niet meer met de trein terug omdat die gevorderd was voor het vervoeren van soldaten.

Teun Rijsdijk.

Vervolg Praten met Jacoba Tante Co Klingeman deel 2.