Contact gegevens

Kerksingel 26
2981 EH  Ridderkerk

Email algemeen: info@oudridderkerk.nl

Bankrekeningnummers:

NL40RABO0355484838

NL93INGB0004208049

KvK-nummer: 41126694

RSIN: 009623851

 

Openingstijden:

 

Woensdag 13:30 - 16:30 uur
Donderdag 13:30 - 16:30 uur
Vrijdag 13:30 - 16:30 uur
Zaterdag 13:30 - 16:30 uur

 

Toegang is gratis!

Expositie Agenda.


Donateur worden?


Privacy-verklaring


Deze website wordt gebouwd, onderhouden, gehost en gesponsord door:


 

Foto uit 1913, rechts het geboortehuis van Jan van der Es, het tegenwoordige “Het Oude Veerhuis” aan de Ringdijk te Slikkerveer.

 

Op 21 februari 1988 was Jan van der Es de gast in het bekende radioprogramma `Praten met een Ridderkerker` bij Radio Ridderkerk. Van der Es heeft als amateur historicus veel betekend voor het vastleggen van de plaatselijke geschiedenis. Hij kreeg voor zijn verdienste op dit gebied in 1988 de gouden erering van de gemeente Ridderkerk uitgereikt. Het interview, dat vele historische wetenswaardigheden bevat, werd voor u op papier gezet door Teun Rijdijk

Mijn ouders zijn afkomstig uit de Hoekse Waard. Mijn vader is in 1908 in Ridderkerk komen wonen en verdiende toen 600 gulden per jaar. En daar moest hij één gulden tien belasting van betalen. Het jaar daarop werd het al drie gulden drieënveertig. In die tijd kostte de krant vijftien cent per week. Ik ben in 1910 geboren vlak bij de aanlegsteiger van Fop Smit, ik speelde daar vaak als kleine jongen. In mijn geboortehuis woont nu bakker Huizer, ik geloof op nr. 430. De Ridderkerkers weten het wel, vlak bij het gat van Rietschoten. Officieel heet het haventje van Rietschoten een caféhouder. Tegenwoordig heet mijn geboortehuis het Veerhuis. Ik had nog twee broers en twee zusters. Mijn broers zijn inmiddels allebei aan longkanker overleden. Ik herinner me nog dat we in augustus 1914 ‘s avonds buiten zaten en van die doffe dreunen hoorden, dat was het bombardement van Antwerpen. Wij speelden allerlei straatspelletjes die nu niet meer gespeeld worden. Eén daarvan heette ‘sjeuteren’. Een plankje werd half op een steen gelegd en dan moest je met een stuk hout op het gedeelte dat in de lucht stak een klap geven en als het plankje dan door de lucht vloog moest je het proberen te raken met dat stuk hout. Er waren allerlei spelregels voor. Dat kon gevaarlijk zijn want in plaats van dat plankje kon je iemand raken met dat stuk hout. We hadden toen een politieagent die de orde moest bewaren die er al was en dat was niet de dapperste. Als het ergens wanordelijk was zorgde hij dat hij snel naar een plaats ging waar het wel ordelijk was. Hij werd eens gewaarschuwd dat er gevochten werd bij Rietschoten. Hij zei ‘bedankt’ stapte op zijn fiets en reed de andere kant op. Ik zat op school bij ‘Nompie’ de Kool. Iedereen had in die tijd, zonder er kwaad mee te bedoelen, een bijnaam. Soms kwam je er jaren later pas achter hoe iemand werkelijk heette. Krimpenaren werden b.v. Kruikezeikers genoemd. Ik ging op een Christelijke school. De mensen die hun kinderen niet op een Christelijke school wilden doen gingen naar Bolnes. 
Na de zesde klas ben ik naar de MULO op Ridderkerk in de Dr. Kuyperschool gegaan, ik hoefde niet te gaan werken dat was een voorrecht waar ik later pas achter kwam.
Een winkelsluiting was er in die tijd niet dus de winkels waren tot 9 of 10 uur open, dat waren lange dagen. Wij deden met z’n tienen examen.
Ik ben toen gaan werken bij Smit, het latere Electro, het was crisis, als draadwinder in de wikkelarij. Daarna ben ik al gauw op het kantoor gekomen en weer later op de afdeling verkoop als correspondent. Ik kende in die tijd iemand die vijfentwintig gulden per week verdiende waarvan hij een vrouw en vijf kinderen moest onderhouden. 
In 1920 had Ridderkerk iets meer dan 15.000 inwoners en bestond toen al uit de wijken Ridderkerk, Rijsoord, Oostendam, Slikkerveer en Bolnes. Rijsoord over de brug over de Waal was vroeger een aparte gemeente maar is in 1855 aan Ridderkerk toegevoegd. 
Als je vroeger kiespijn had moest je op de fiets naar Rotterdam omdat er in Ridderkerk geen tandarts was. Pas in 1936 of 1937 kwam hier de eerste tandarts; van Gastel. En pas in 1936 kreeg de RAGOM (Ridderkerkse Auto Garage Omnibus Maatschappij), de plaatselijke busvervoersmaatschappij, toestemming om op zondag naar Rotterdam te gaan rijden met het motief dat er misschien wel eens mensen op zondag naar het ziekenhuis moeten. Ridderkerk was in die tijd een heel christelijke gemeente. Een retour Ridderkerk – Rotterdam kostte veertig cent. Met de boot kostte het een kwartje maar dan moest je wel eerst naar Slikkerveer.. 
In december 1938 ben ik getrouwd en heb inmiddels twee kinderen en een paar kleinkinderen. 
Ik heb ook nog in Rotterdam gewerkt op een accountantskantoor maar daar moest ik veel reizen, iedere maand zat ik een week in Antwerpen, dan moest ik weer naar Leiden, Utrecht of Amsterdam en het reizen moest allemaal in eigen tijd gebeuren. 
Toen kwam er een baan vrij in Ridderkerk bij de busmaatschappij RAGOM, die later toen er een samenwerking kwam met drie andere maatschappijen de Twee Provinciën ging heten. Ik ben in 1975 met pensioen gegaan.
Ik was als kind al geïnteresseerd in geschiedenis en heb dat altijd al graag willen onderzoeken.
Er worden vaak onzinnige verhalen verteld over vroeger.
Zo kom je bij verschillende, zelfs gerenommeerde, schrijvers ‘Het klooster van Ridderkerk’  tegen. Dan ga je dat uitzoeken en wat blijkt dan? Er is niks van waar, er heeft wel een boerderij gestaan op de hoek Kerkweg - Lagendijk die de naam droeg ‘Het Klooster’ maar die naam was een verwijzing naar het land waar die boerderij op stond. Dat land was vroeger eigendom van het klooster Eemstein onder Zwijndrecht. Maar een klooster heeft hier nooit gestaan. Ridderkerk was een gehucht en helemaal niet belangrijk genoeg voor zoiets als een klooster
De streek waar wij wonen is pas na 1200 een beetje ontwikkeld.
Ten tijde van Karel V is er een soort volkstelling geweest van Holland, toen woonden er ca. 450 mensen tussen IJsselmonde en Hendrik Ido Ambacht, waar nu  (in 1988) 47.000 mensen wonen.  
In het boek 500 jaar Ridderkerk staat een plaat van het Huis ten Donck met onderschrift ruïne Huis ten Donck 1592. Een mooi verhaal en iedereen zei; ‘dat moeten dan de Spanjaarden gedaan hebben want die zaten hier al in 1577’. Ik ben al die dingen nagegaan uit die tijd en wat blijkt nou? Er is nog een plaat van diezelfde ruïne en daaronder staat Huis ten Donck, anno 1592 in de Alblasserwaard  bij Bleskensgraaf. De tekenaar van die tweede prent, de Ridderkerkse ruïne dus, heeft gewoon gefantaseerd. Er bestaat nog een derde tekening anno 1662, allemaal fantasie. 
Er zijn hier wel een paar verdwaalde Geuzen door het dorp getrokken op zoek naar buit. Die hebben de kerkkist opengetrokken, maar daar zaten alleen maar wat papieren in en die hebben ze uit balorigheid over het plein gestrooid en ze zijn weer verder getrokken.
Later lees je in allerlei boeken dat er beelden vernield zijn, helemaal niet waar, de schade was beperkt. De papieren waren wel vuil geworden. De koster, Ulrichs, heeft ze opgeraapt en weer in die kist gedaan. Het staat allemaal in de kerkenraads notulen.
Er worden dus veel verhalen verteld over dingen die helemaal nooit gebeurd zijn.