De Donckselaan, waar Leen Plaisier opgroeide.
Leen is al jarenlang medewerker van de Oudheidkamer. Genealogie en geschiedenis hebben hem altijd geboeid. Deze werkgroep heeft heel wat mensen op zoek naar hun familiegeschiedenis voorbij zien komen. Leen heeft ze op zijn behulpzame wijze van informatie voorzien. Ze konden ook altijd rekenen op de vraag: "Bent u al donateur?" Leen is er 'wereldkampioen donateurwerven' voor de Oudheidkamer mee geworden.
Waar ben je geboren?
Ik ben in 1939 op de Donckselaan geboren, een heel eigen gemeenschap, "een buurt apart" daar tussen Bolnes en Slikkerveer. Over wie daar allemaal woonden heb ik een boekje geschreven. Ik heb drie oudere zussen. En nog twee zussen en een broer, zoals dat heet, onder me. Een van mijn oudere zussen is overleden en, helaas veel te jong, mijn broer. Nee, een vetpot was het thuis niet. Op mijn dertiende kreeg ik een fiets. Dat was heel wat. Vader was ijzerwerker bij Gusto. Na de lagere school ging ik naar de ambachtsschool. Dat ging goed. Toen ik in 1954 15 jaar werd kon ik bij Smit Slikkerveer/Electro gaan werken. Daarna volgden 2 jaar de Bimetelleerschool op het bedrijf.'
Heb je nog herinneringen aan de oorlog?
'Niet veel. Ik was te jong, maar wel van horen zeggen. Mijn vader was met zijn broer in Duitsland te werk gesteld. Bij Gusto moest in 1942 een bepaald
aanta! verplicht naar Duitsland. Hij zat er bij met zijn broer. Op het eind van de oorlog moest mijn vader zijn broer 'begraven'. Nee, niet in de aarde maar in de ongebluste kalk. Toen ging het fout. De papieren van mijn vader in plaats van die van zijn broer werden opgestuurd. Thuis wisten ze nu niet beter of vader was overleden. Ze verwachten de terugkomst van mijn oom.
In augustus 1945 duwt mijn zus de kist met wieltjes over de Donckselaan. Ik zit erin. We gaan naar het Donckse Bos hout halen. Plotseling herkent mijn zus mijn vader die langsloopt. Je kunt je voorstellen wat een emotie dat gegeven heeft. Wist je dat er na de oorlog nog honderden granaten uit de sloot en uit het bos gehaald zijn? Arie Oudijn weet dat. Hij heeft daar met een detector gezocht.'
Hebben jullie honger geleden?
'Ja, ook aan de Donckselaan werd er in en na de oorlog honger geleden. Ik had bij ons in de achtertuin wel eten zien staan, maar dat was toch te weinig. Heiltje Luider, een Groningse die daar woonde, zag me aan het eind van de oorlog zitten en had gezegd; "Nou, die haait het niet".
Er was armoede aan de Donckselaan. Er was een duidelijk verschil tussen de gegoeden en de armeren. Van Splunder en Diepeveen, de rijkeren, waren wel heel sociaal. De mensen hielpen elkaar. Zo gingen eens drie vrouwen van de Donckselaan naar de Beijerlandselaan in Rotterdam-Zuid. Ze legden het geld wat ze hadden bijelkaar. Zo konden ze drie kroppen sla kopen. Voor elk huishouden een.'
Dick de Winter.
Vervolg Praten met Leen Plaisier deel 2.