De achterzijde van de huizen nrs. 20 (links) en 22 (rechts).
Het Schalksedijkje gezien richting Straatweg. De meisjes Langerak staan voor nummer 20.
Na de publicatie van mijn overzicht van de geschiedenis van het Schalksedijkje, zijn er nog een aantal reacties van oud-bewoners bij mij aangeleverd. Mensen van buiten Ridderkerk kwamen soms het boek bij mij thuis afhalen en met een kopje koffie er bij, werd het vaak een heel gezellige middag: een soort soos dus. Zo kwam op een middag Arie de Mik die vroeger in het ouderlijk huis op de Rijksstraatweg woonde, zijn exemplaar ophalen en een uurtje later, Sjaan Langerak met haar man uit Dordrecht.
Het was tussen die twee een weerzien en herkenning na vele jaren! En dan komen de verhalen los, die ik graag in mijn boek had willen opnemen, als ik deze mensen maar zou hebben gekend!
Het lijkt me leuk u als lezer ook te laten meegenieten, misschien herkennen de ouderen onder u er nog wat in.
Ger van der Straaten.
Het verhaal van mevrouw A.C. van der Busse- Langerak.
Hierbij wil ik reageren op het artikel in de Combinatie van 23 augustus j.l. Ook ons gezin heeft in de Schalk gewoond (Alleen al hieruit blijkt dat ze er inderdaad heeft gewoond: iedere echte Resoorder weet dat je “IN de Schalk” woont… (G.v.d.S.) En wel op nummer 20, welk nummer in het verleden volgens mij nummer 45 was maar is omgenummerd. Het was een slecht huis, want toen mijn moeder voor het eerst het huis betrad, zakte zij door een plank van de kamervloer. ’s Winters stond het vocht tot halverwege de muren. Niettemin hebben wij er ruim 14 jaar gewoond. Mijn jongste zus is er geboren. Toen wij er kwamen wonen in 1950 was ik zes jaar en ik herinner mij dat er bij de klompenmaker (Legerstee) iemand was overleden en dat er een prachtige lijkkoets voor de deur stond met gordijnen en paarden met zwarte kleden over hun rug. Ook is mij bijgebleven dat ik op een morgen naar school ging en door de hond van metselaar Sintnicolaas in mijn been werd gebeten. Als schadevergoeding kreeg mijn moeder een jurk aangeboden die al gedragen was. Ik heb geweigerd die jurk aan te trekken..
Vrouw De Gelder, onze buurvrouw, hield kippen en haar dochter Nel werkte op het kantoor van de vlasfabriek, waar ik haar een keer mocht opzoeken. Ook kwamen wij als kinderen wel in de grote hal er achter. Nel was een tuinierster; zij had ook een moestuintje gemaakt aan de kant van de Waal. De grote schuur op ons terrein, was ook van vrouw de Gelder. De auto en/of kisten van de groenten- en fruitgrossier Van de Burgh werden er gestald en achterin, via een aparte ingang, werden er spullen van vrouw De Gelder opgeslagen.
De treinwagon achterin was van Piet van der Leer, de treinmachinist die bij Harmelen om het leven is gekomen.
Het land er voor was van boer Kruithof waar mijn oudste zus nog op gewerkt heeft. Het werd verkocht aan een maatschappij die Thomson heette. De werknemers van die maatschappij hebben, onder leiding van een opzichter, daar in 1959 zelf hun bungalows gebouwd. De prijs van deze bungalows was destijds ongeveer 17000 gulden.
Nadat ons huis was verkocht door de huisbaas, de heer Blaak, moest moeder andere woonruimte zoeken, wat haar uiteindelijk is gelukt. Zelf heb ik goede herinneringen aan het wonen op het Schalksedijkje overgehouden.
Dit ter aanvulling op het artikel in de Combinatie.
A.C. van der Busse- Langerak.
Een paar aanvullingen van Ger van der Straaten:
De begrafenis bij de familie Legerstee moet die van Pieter zijn geweest. Hij overleed op 30 april 1952.
De Vlasserij waar Nel de Gelder werkte, is nu het appartementencomplex “De Jonge Jan” in de Ds. Allendorpstraat.