Machinaal repelen omstreeks 1940. vlnr: Toon Verveer, Gerrit van Nes, Rijkhoek, Kleis van Nes, Henk Rijkhoek, Gerrit Enneman, Cees van Gameren en op de voorgrond, op de rug gezien, Jan Visser.
De Stichting Oud Ridderkerk bereidt een verzamelwerk voor over “Ridderkerk en de Tweede Wereldoorlog”. Na oproepen in onder meer De Combinatie hebben heel wat Ridderkerkers hun verhalen, gegevens en foto’s voor dit doel bij de Oudheidkamer gebracht. Overigens, dit kan nog steeds! Ook de heer C.A. van der Duijn Schouten uit Slikkerveer leverde een verhaal in dat op 8 juni 1940 door de Rijsoordenaar P. de Zeeuw J.Gzn. werd geschreven. Omdat het verhaal niet specifiek over de oorlogstijd gaat, maar over de geschiedenis van Rijsoord, willen we het op deze plaats graag onder uw aandacht brengen. Vandaag het tweede deel.
Hoe Oranjegezind die oude Rijsoordenaars waren blijkt o.m. uit het feit dat de grote parochieherberg, tevens gemeentehuis, dat thans nog bestaat, de naam draagt van "de Prins van Orange", terwijl een kleine taveerne, de enige in het plaatsje, genaamd was "De drie Orange-klanten"
Tot 1855 was Rijsoord een zelfstandige gemeente, doch bij de wet van 11 Juli 1855 werd het met de Noordelijke gelegen gemeente Ridderkerk verenigd. Gedurende de laatste 75 jaren heeft het dorpje zich geleidelijk aan uitgebreid en thans telt Rijsoord minstens 3000 zielen. Oorspronkelijk hield de bevolking zich uitsluitend bezig met landbouw en veeteelt, wat op de zware zeeklei begrijpelijk is. In later jaren kwam de vlasbewerking er tot grote bloei. De zelfstandige vlasboeren konden na harde tegenslagen de strijd om het bestaan niet volhouden, vooral toen de machinale bewerking haar intrede deed. Wat er thans nog van de vlasserij is overgebleven, is belichaamd in de N. V. Vlasserij C. van Nes. Bij deze vennootschap verdienen nog zeer veel inwoners hun brood.
Verder vinden velen arbeid op de scheepswerven en fabrieken langs de Noord, te Ridderkerk, Slikkerveer en Bolnes, terwijl naast landbouw en veeteelt, nu ook de tuinderij een voorname bron van inkomsten vormt. De bevolking, die geheel Protestants is, kenmerkt zich door ijver, vriendelijkheid en godsdienstzin.
In de negentiger jaren stichtte een Rijsoordenaar, een zekere Van der Poel te Chicago, in de Verenigde Staten, een schilderschool. Zijn leerlingen, die een studiereis naar Europa wilden maken, wees hij op zijn idyllische geboorteplaats. Het gevolg was, dat elke zomer tientallen Amerikaanse schilders en schilderessen naar Rijsoord kwamen. Zij vonden in de mooie Waaloevers, de typische klederdrachten, de vlasserijen enz. een overvloed aan motieven voor hun schilderstukken. Nog woont er te Rijsoord een oude dame, die als schilderes naar Rijsoord kwam, er trouwde en sinds bleef wonen.
De historische school, waar thans een eind kwam aan de strijd, werd in 1889 opgericht. Allen, die Rijsoord kennen of gekend hebben, zullen instemmen met het volkslied van meester Van der Laan, het eerste hoofd van de Chr. School, dat hij indertijd vervaardigde:
Ik min uw frisse weiden
Uw velden rijk bebouwd
Waar ‘t oog in hoopvol wachten,
De goedheid Gods aanschouwt
Wat hebt gij prachtig vee
Wat schone vergezichten,
Mijn klein, maar zeer geliefd Rijsoord,
Mijn zeer geliefd Rijsoord
P. de Zeeuw. J.Gzn.