Afbeelding van de Singelkerk en de openbare school gedateerd voorafgaand aan 1920. De afbeelding komt uit het fotoboek dat aan ds. H.H. van Ameide is aangeboden, na de herbouw van de Singelkerk in 1920. Met dank aan de heer B.C. de Jong.
Ontslag van de schoolmeester.
Na eindeloos geduld schorst de kerkenraad de werkzaamheden op van meester Pieter Gerritse van Eijnhout. In de vorige twee afleveringen werd dat duidelijk. Na jaren van ruzie en opspraak is de kerkenraad moe van alle beloofde beterschap. Ondanks zijn schorsing heeft meester Pieter echter het lef om te vragen of dat hij de kerkendienst en het schoolambt nog tot mei 1951 mag uitvoeren. De kerkenraad legt dit uiteindelijk (nu pas!) aan de schout en het gerecht voor.
De schout en het gerecht verklaren dat zij het ook zo zagen als de kerkenraad, en dat zij hem zullen laten aanzeggen: “voor soo veel haer aengaet, dat hij hem uit schoolampt mede sal hebben te draegen, nae de sententie (vonnis-MGH) van de kerckenraet in den kerckendienst. Vorders dat sij tot geen verlengh van tijt als noch en konden verstaen”. De kerkenraad slaat het verzoek dus “vlack” af.
Toch blijkt de kerkenraad respijt te geven. Op 4 december verzoekt de schoolmeester opnieuw om toegelaten te worden tot het Heilig Avondmaal des Heeren. De kerkenraad wil hem graag toelaten, mits dat hij leedwezen betoont. Dat doet hij en “belooft in ’t toekomende christelijc te wandelen”.
Ondertussen verzoekt meester Pieter de kerkenraad om een aanbeveling, om ergens anders te kunen gaan werken. De dominee schrijft op 1 januari 1651 het volgende op:
“Alsoo daer in verscheijde tijden onlusten waeren ontstaen tussen Pieter Geeritsen Eijnhout schoolmeester alhier ende Lijsbeth, alsmede tusschen deselve ende van de gemeijnte, soo heeft de kerckenraet alhier (geen ander middel daer toe wetende) geoordeelt dat het best waere, dat hij Pieter Geeritsen voornoemt vertrocke, ende sijn welvaeren op een ander (ergens anders-MGH) sochte. Waertoe hij, eijndelijck gebracht sijnde, heeft onse recommandatie ende voorschrijvens versocht, ten eijnde hij op een ander in den school ende kerckendienst mochte worden bevordert. ‘t Welck wij om redenen wille niet en hebben willen naelaeten, getuigende, dat hij Pieter Geeritsen voornoemt sijnen school ende kerckendienst, die hij alhier verscheijden jaren bedient heeft, tamelijck wel heeft waergenomen. (Nota bene!-MGH) Ende soude ten dien aensien, sijnen dienst noch wel langher hebben willen genieten. Vertrouwen derhalven dat die plaetse ofte dorp, die hem in de voorschrevene diensten beliefden te gebruijcken, ten dien aensien geen rechtveerdige oorsaecken van klachten en sullen voorkomen”.
Ook schrijft de kerkenraad een attestatie: “Pieter Geeritsen Eijnhout is een litmaet van Christi gemeijnte alhier, ende alsoo hij van meenighe is sijne woonplaetse nae Paeschen binnen de stadt Leijden te nemen, soo versoecken wij dat de eerwaerde opsienders van Christi gemeijnte aldaer den voornoemde Pieter Geeritsen voor soodanigh erkennen, tot de gemeijnschap van Christi lichaem ende bloet believen toe te laeten, ende onder hare christelijcke toesight te nemen. Actum in onse kerckelijcke vergaderinghe gehouden den 10den april anno 1651”.
De kerkenraad hield de eer dus aan zichzelf. Maar zelfs nu ging meester Pieter weer in de fout door de huisvrouw van de predikant na haar dood door leugenen te onteren. De voortdurende ellende noopt de kerkenraad nu toch echt tot definitief ontslag. Op 26 april is, na aenroeping van Gods naam, eenparig besloten, dat men bij de voorgaande resolutiezal blijven.
Het verhaal van meester Pieter is geëindigd. Hij wordt opgevolgd door Jan Block. Deze heeft met zijn vrouw Sabina Pieters attestatie vertoont van de kerkenraad van Nieuwerkerk op 6 mei 1651.
In drie afleveringen zijn de gebeurtenissen rond een schoolmeester verteld. Ik hoop dat de ijver en het geduld opgemerkt wordt, die de kerkenraad jarenlang aan de dag legde om te komen tot verbetering in de samenleving. Dat dit niet steeds lukte is spijtig, maar weerhield de broeders niet om het te blijven proberen. Dit streven naar een leefbare gemeenschap kan tot voorbeeld zijn in gevallen waarbij men zich teleurgesteld voelt in de relatie met de gemeente. In die zin kan van het Heilig Avondmaal een heilzame werking uitgaan.
Het boek, waar nu over gesproken is, heeft als titel “Gemeente in opbouw”, is bij voorkeur te koop in de Oudheidkamer van Ridderkerk. De uitgave is ruim 350 pagina’s, met diverse afbeeldingen, waarvan sommigen in kleur. Het ISBN nr. is; 978 90 239 2441 8.
Marinus Hofman, voorzitter Archiefcommissie hervormde gemeente Ridderkerk.