Heerlijke jeugd in "De Schalk" deel 2.
Mijn vriend Izak Provily woonde op no. 24. Vader Provily werkte in het vlas bij Piet van Nes. Vandaar dat wij vaak tussen de balen vlas speelden. Met Kees Stip, de vrachtwagenchauffeur mochten we meerijden, meestal naar de havens in Rotterdam. Een enkele keer zelfs naar Brabant, wat voor ons ongeveer het zelfde was als een reis naar het buitenland! Een keer had een medewerker van Piet van Nes een winterpeen bij zich en wie van ons de sterkste was, zou die krijgen. Izak was een kop groter dan ik, maar ik moest en zou die peen winnen. Ik won inderdaad, maar de peen hebben we samen opgegeten, dat wel.
Aan het eind van de Schalk woonde Piet van der Leer met vrouw en kind. Piet had een echte elektrische grammofoon, een heel bezit in die tijd! Als het op zondagmorgen mooi weer was, zette hij die grammofoon buiten. Wij konden thuis aan de Straatweg de muziek dan horen. Vlug naar de Schalk en met Piet meegenieten van de muziek Piet was treinmachinist, vandaar zijn mooie huis, een treinwagon. Bij het treinongeluk in 1962 bij Harmelen is hij verongelukt.
Direct achter de treinwagon ging het dijkje over in een grasdijk. Daar liepen de schapen van Piet Kruithof van de Achterambachtseweg. En iets verder tussen het dijkje en de Waal was een weitje waar zijn koeien liepen. Het was winter en de sloot daar was dichtgevroren. Dus wij als jongens ijsje kraken. Lijs Klootwijk (bijnaam Lijs de Ting Tang) zakte er door, kroop er snel uit en liep al gillend "help, help, ik verdrink" naar huis. Kees Leenheer, machinist op het watergemaal, (bijnaam Kees de Tuk-Tuk), kwam in paniek aanfietsen. "Is er iemand verdronken" vroeg hij. Gelukkig was dat niet het geval. Kees stapte weer op de fiets: rechterbeen op het stepje, gemonteerd aan de achteras, met het linkerbeen steppend snelheid maken, en hup! op het zadel en naar het watergemaal. Wat een heerlijke jeugd heb ik daar gehad!
Arie de Mik, 2007
Autorijschool “De Molen”.
Om wat bij te verdienen, vatte mijn broer Thijs het idee op, een autorijschool te beginnen. Dit zou dan in de avonduren en op de vrije zaterdag moeten plaatsvinden. Hij kocht bij Jo van Kempen (zelf ook Rijschoolhouder) een mooie tweedehands Opel Record en liet deze door hem voorzien van dubbele bediening. Om bekendheid te krijgen, moest een folder worden ontworpen. Ook moest een naam voor de rijschool bedacht worden. Aangezien Rijsoord al vele jaren een korenmolen rijk is, was de naam al snel gevonden. Het werd Autorijschool “De Molen”. De folder moest, zo vonden wij, enigszins de vorm en afmeting van een rijbewijs krijgen. Verder moest worden nagedacht wat de prijs per lesuur moest gaan worden. Deze werd vastgesteld op fl. 7.00 per lesuur.
Een familielid runde een drukkerij in H.I. Ambacht. Deze zorgde voor het drukken van de folders. Aangezien we zelf niet in het bezit waren van een telefoon, werd het telefoonnummer van de drukkerij op de folder geplaatst. De folders werden ruim in de omtrek huis aan huis bezorgd. Zo werd in 1962 autorijschool “De Molen” een feit. Elke avond van Rijsoord naar H.I. Ambacht om te vragen of er al was gereageerd. De reacties bleven niet uit en hij kon met lesgeven beginnen.
Zelf behoorde ik tot één van de eerste leerlingen. Een examenaanvraag bedroeg fl. 10.50. In totaal kostte mijn rijbewijs, na één keer te zijn gezakt, fl. 96.00 . Ongeveer drie jaar na de start van de rijschool kwam een collega rijschoolhouder, Theo de Jong, in de problemen. Zijn auto was total loss. Na overleg met mijn broer kocht hij de auto en de klanten. Dat betekende het einde van autorijschool “De Molen”.
Arie de Mik, 2013.