De Waal ter hoogte van "De Nes" in vroegere tijd.
Opgaan, blinken en verzinken.
Op 18 april j.l. overleed met Adrianus Reinen (Jos) van Nes het laatste directielid van de voormalige Vlasserij Cornelis van Nes. Dit jaar is het 150 jaar geleden dat Cornelis in Rijsoord een klein vlasbedrijfje begon. Vier generaties van Nes hebben het daarna uitgebreid tot een bedrijf dat vlas en lijnzaad bewerkte, kocht en verkocht over de hele wereld.
Welke (oud) Rijsoordenaar herinnert zich niet die penetrante geur als het vlas in ‘bootjes’ op de wei tegenover de molen aan de Waaldijk of aan de Ruimendijk stond om te drogen. Helaas moest dit prachtige bedrijf door de opkomst van de kunstvezel en de moderne industriële processen in 1970 haar deuren sluiten.
In een paar artikelen wil ik graag even stilstaan bij het wel en wee van Cornelis van Nes en zijn opvolgers.
Veel van het onderstaande heb ik geput uit het boek uit de bibliotheek van de werkgroep genealogie van de Stichting Oud Ridderkerk; ‘VAN NES, een geslacht van vlassers’, beschreven door mr. A.R. van Nes en uitgegeven in 1989 ter gelegenheid van het in 1986 herdachte125 bestaan van de vlasserij Corns. van Nes in Rijsoord, waarin de nakomelingen van Cornelis zorgden voor een schat aan gegevens verhalen en foto’s,
De vlasserij.
In de tweede helft van de 19de eeuw had de industrie in Ridderkerk nog niet veel te betekenen. Afgezien van een paar kleine scheepswerven in Bolnes en Slikkerveer en een sigarenfabriek in Ridderkerk was het hoofdmiddel van bestaan de vlasserij met daarnaast de landbouw en wat veehouderij.
In Ridderkerk waren er ongeveer 45 vlasserijen, d.w.z vlasverwerkende boeren.
Rijsoord en Oostendam bestonden bijna uitsluitend uit een aaneenschakeling van kleine vlasserijen.
Als je in die tijd rijk wilde worden moest je niet in de vlasserij gaan, werkdagen van 13 uur tegen een weekloon van 3,5 of 4 gulden waren heel gewoon. Om die reden moesten ook de vrouwen en kinderen meewerken om te overleven. Veel vrouwen werkten thuis en om het kroost zoet te houden kregen de kinderen soms ‘s avonds zgn. ‘slaapballen’ , zakjes papaverzaad om op te sabbelen. Deze ballen waren gewoon te koop bij de bakker of de kruidenier. De kinderen bleven op deze manier de andere morgen lekker lang doorslapen omdat ze volledig stoned in de wieg lagen.
Later, toen de vrouwen steeds vaker in de fabriek gingen werken, werden kinderen als er geen oppas was meegenomen en in de fabriekshal in een ton gezet om te voorkomen dat ze wegliepen. De vrouwen begonnen ook vroeg maar mochten ’s middags een uurtje eerder ophouden met werken om de aardappels op te gaan zetten.
Het werken in een vlasfabriek was een ongezonde stoffige bezigheid doe op latere leeftijd niet zelden eindigde in longkanker.
‘Die goeie ouwe tijd’, weet u wel?
De naam van Nes.
Het woord ‘nes’ komt voor in een aantal plaatsnamen langs de zeekusten en heeft daarin de betekenis van ‘neus’. Denk b.v. maar aan Nes op Ameland, Eemnes of Renesse.
De naam slaat op een stuk land dat in het water uitloopt of op het water is veroverd.
‘Nes’ komt ook voor als aanduiding van een landtong langs onze rivieren. Dit komt tot uitdrukking in namen als Bolnes aan de Noord, Pernis aan de Nieuwe Maas, Spijkenisse aan de Oude Maas, Scherpenisse en Stavenisse aan de Oosterschelde en Ossenisse aan de Westerschelde. Al deze namen verwijzen naar de vestiging van die dorpen op een stuk land dat grotendeels omgeven is, of was, door water.
Een drassig of moerassig gebied wordt ook wel een ‘nes’ genoemd.
Omdat drassig land ook door dijken ingepolderd kan worden zijn er ook namen als Nespolder langs de Oude Maas bij Heerjansdam, bij Boskoop en de nespolders in de Alblasserwaard en de Betuwe.
Ook boerderijen en landhuizen kregen vaak deze naam. De hoeve ‘Nes’ in Rijsoord op het schiereilandje in de Waal is daar een mooi voorbeeld van.
Het ligt voor de hand dat de mensen die op zo’n landtong, boerderij of gebied woonden hier de naam van gingen aannemen. Op die manier is de geslachtsnaam van Nes ontstaan. Dit gebeurde op verschillende plaatsen in Nederland en Vlaanderen.
Waarschijnlijk (je moet voorzichtig zijn) is de naam van het Rijsoordse geslacht van Nes ontleend aan het gebied waar het voorgeslacht woonde n.l. de Nespolders langs de Oude maas, tegenwoordig gemeente Heerjansdam.
De eerste van Nes die wij in de stamboom van de familie tegenkomen is Bastiaan Corneliszn. Van de Nes, geboren te Groote Lindt in het begin van de 17de eeuw. Hij was van 1676 tot en met 1679 schepen en heemraad in die plaats.
Er zijn van de van Nessen verschillende geslachten beschreven met soms bekende personen zoals 17de eeuwse zeehelden afkomstig uit het buurtschap de Nes in de omgeving van Amstelveen en Ouderkerk aan de Amstel.
Kapitein ter zee Jacob van Nes en zijn zoon Jan vochten onder het oppercommando van Maarten Harpenszn. Tromp en later onder Michiel de Ruyter. De bekendste van Aert Janszn. Van Nes, geboren in 1626, die onder admiraal de Ruyter diende en in 1666 luitenant admiraal werd wat betekende dat hij het oppercommando had als de Ruyter sneuvelde.
Het Rijsoordse geslacht van Nes.
De Rijsoorde van Nessen zijn afkomstig uit het voormalige hoogheemraadschap van de Zwijndrechtse Waard die in vroegere tijden meermalen geteisterd werd door stormvloeden. De Waal en de Devel hadden in die tijd nog een open verbinding met de Oude Maas. Na de overstroming van 1323 deed Graaf Willem III een oproep om het land te beschermen door dijken aan te leggen. Als beloning werd 1/16e deel van de Zwijndrechtse Waard in het vooruitzicht gesteld. Gerard Alewijnszoon, die bestuursambtenaar van de graaf was, gaf gehoor aan deze oproep en kreeg op 14 april 1333 als beloning een stuk land te leen langs de zuidzijde van de Waal. Dit stuk land werd aangeduid als Rijsoirde het latere Rijsoord.
De oppervlakte bedroeg 356 morgen, ca. 249 hectare, en bevatte wat huizen in de buurt van het tegenwoordige restaurant ‘De Hermitage’. De lemen huizen stonden aan het Schalksedijkje, aan het begin van de Waalweg en de Rijsoordsestraat. De Pruimendijk hoorde bij het dorpje Riederkerck maar het stuk grond langs de Waal wat ‘de cleine Nesse’ genoemd werd hoorde weer bij Rijsoord.
De ‘cleine Nesse’ lag oorspronkelijk aan de tegenwoordige Achterambachtseweg. De Waal liep er met een grote bocht omheen langs de Pruimendijk. Waarschijnlijk hebben vrachtvaarders later op het doorgraven van de zuidzijde van de kleine nes aangedrongen waardoor de bocht langs de Pruimendijk werd afgesneden.
Er zijn nog oude kaarten waar de kleine Nes als een eilandje in de Waal ligt In werkelijkheid is al spoedig na het graven van de nieuwe vaargeul een dam gelegd in de noordelijke bocht waardoor de kleine Nes door middel van het mooie Neslaantje aan de Pruimendijk vast kwam te zitten. Een gedeelte van het Nesgebied is in 1930 en volgende jaren verloren gegaan door de aanleg van de A16.
De huidige Neshoeve wordt nu gebruikt als ontmoetingscentrum van de Pinkstergemeente ‘Het Volle Evangelie’.
Een leenheer of ambachtsheer kreeg rechten en bevoegdheden en daaruit inkomsten als visrecht, het recht van maalderij, het recht op tienden, het tolrecht en het veerrecht. De ambachtsheer mocht de heerlijkheid beschouwen als een deel van zijn vermogen die kon overgaan op zijn erfgenamen.
Op de hoeve ‘de Nes’ hebben vele van Nessen gewoond en het laantje dat de Pruimendijk met de hoeve verbindt heet nog steeds ‘Neslaantje’.
De naam Rijsoord en Oostendam en Heerjansdam wijzen op de gesteldheid van het gebied in die tijd, een oord van rijshout en plaatsen waar dammen werden aangelegd als bescherming tegen het water.
Teun Rijsdijk.
Vervolg op Vlasserij Cornelis van Nes deel 2.