Aankoop vlasserij Pruimendijk.
Omdat de zaak zich uitbreidde wilde Cornelis in 1881 een machinale vlasserij van P. Nugteren aan de Pruimendijk kopen. Maar omdat hij de financiering niet rond kreeg ging het feest niet door. Twee jaar later, in 1883, overleed de nieuwe eigenaar en toen lukte het, met financiële hulp van de heer G.F. Lucardie vlashandelaar uit Rotterdam, om het bedrijf te kopen. Het gezin verhuisde van het huisje aan de Straatweg naar de Pruimendijk waar hij en zijn vrouw tot hun dood toe hebben gewoond. De bewerking van vlas kon nu op grotere schaal gedaan worden. Maar er was nog meer geld nodig. Bespreking met G.F. Lucardie leidde in 1884 tot de oprichting van de commanditaire vennootschap Cornelis van Nes. De heer G.C. Daum, de schoonvader van Lucardie, werd met een inbreng van dertigduizend gulden commanditair vennoot, terwijl Cornelis, als enig beherend vennoot zijn gehele vermogen, twaaldduizendtweehonderdvijfentwintig (12.225,00) gulden inbracht. In 1875 werd op de plaats aan de Waaldijk waar Cornelis eerst bij zijn ouders had ingewoond een nieuw huis met schuur gebouwd door de heer Meyer die er een vlasbedrijf stichtte. In 1884 ging de zaak failliet en kocht Cornelis het pand. Zo ontstond het bedrijf dat gespreid was over de Pruimendijk en de Waaldijk. Het bedrijf is verschillende malen geteisterd door brand. Al deze branden, met uitzondering van 1905 die door spelende kinderen veroorzaakt was, zijn waarschijnlijk ontstaan door rondvliegende vonken uit de ovens of de schoorstenen als gevolg van het stoken van stoomketels in de fabrieken. De nieuwe fabriek die in 1914 aan de Waaldijk in gebruik genomen werd was ingericht op elektriciteit. In 1896 werd aan de Pruimendijk De Schans gekocht die in 1933 onteigend werd voor de aanleg van de nieuwe Rijksweg.
In 1909 werd het weiland tegenover de molen aangekocht om als droogweide te dienen Cornelis van Nes overleed in september 1910 en kwam er een einde aan een leven dat getuigde van ondernemingslust en visie. Hij was ook medeoprichter van de vereniging “Een school met de Bijbel” in Rijsoord. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Adrianus Reinen van Nes.
Naamloze Vennootschap In 1917 werd om fiscale redenen de commanditaire vennootschap omgezet in een Naamloze Vennootschap Corns. Van Nes. De directie heeft sinds die tijd bestaan uit; A.R. van Nes Cz. 1917 – 1936 Cornelis van Nes ARz. 1917 – 1919
(werd later directeur van de Ned. Vlasspinnerij in Tilburg) A.R. van Nes Jr. 1919 – 1957 Jacob van Nes ARzn. 1936 – 1958 Kleis Willem van Nes Jaczn. 1957 – 1972 Gerrit van Nes Jaczn. 1959 – 1972 A.R. van Nes ARzn. 1960 - 1972
Opgang.
Ondanks de economische crisis in de dertiger jaren, de oorlog 1940 – 1945 en verschillende ernstige branden wist het bedrijf overeind te blijven. In de jaren tussen 1930 en 1935 werd het bedrijf uitgebreid door de bouw van de Nieuwe Naant, de Noord, twee warmwaterroterijen, de Witte Hoeve, het nieuwe pakhuis en twee betonloodsen. Tot de sluiting van het bedrijf zijn voor het vervoer uitsluitend paarden en bolderwagens gebruikt. In de periode tussen 1945 en 1950 telde het bedrijf gemiddeld zestig man personeel. De schrijver van dit stuk herinnert zich hoe hij als jongste bediende op zaterdagmorgen op de fiets met een kartonnen doos met een groot aantal loonzakjes onder de snelbinder naar de Pruimendijk reed om de lonen uit te betalen. Niet altijd even gemakkelijk want er werkten bij van Nes grote aantallen mensen die Blaak heetten om van Mastrigt en de Vroed nog maar te zwijgen. Bovendien liepen er ook nog wat van Nessen rond. In zijn ogen zagen ze er ook allemaal hetzelfde uit in die stoffige werkkleding. Ook moesten er op maandagmorgen de huren van een groot aantal huizen opgehaald worden die eigendom waren van de vlasserij en de klachten over lekkende goten en verstopte gootstenen aangehoord worden en soms zelfs koffie gedronken worden die uit een pot kwam die al urenlang op de driepit had staan pruttelen.
Neergang.
In de zestiger jaren is de vlasindustrie bijna helemaal uit Nederland verdwenen door de opkomst van de synthetische vezels en de concurrentie van het buitenland. Vooral Rusland dumpte vlas en vlasproducten op de Europese markt tegen afbraakprijzen. Veel textiel, van vlas afkomstig werd als ouderwets beschouwd en de markt voor duurzame natuurproducten was heel klein geworden. In 1970 besloot de directie als een van de laatsten in Nederland de vlasserij te sluiten en het bedrijf werd gesplitst in een beleggingsinstelling en een werkmaatschappij ter exploitatie van de bedrijfspanden. En zo kwam er een einde aan een bedrijf dat meer dan een eeuw lang het gezicht van Rijsoord bepaald had en waar vele Rijsoordenaars hun brood verdiend hadden.
Teun Rijsdijk.